MKZ-crisis: woede en onbegrip om ruimen dieren
Met de uitspraak van de hoogste economische rechter in de zaak over de MKZ-crisis lijkt dinsdag een einde gekomen aan ruim achttien jaar procederen. Volgens de rechter heeft de Staat de dieren in 2001 terecht geruimd.
In 2001 werd op basis van een laboratoriumtest de zeer besmettelijke veeziekte mond- en klauwzeer (MKZ) vastgesteld bij een bedrijf in Kootwijkerbroek (Gelderland). Om verspreiding te voorkomen werd besloten om 60.000 dieren op 246 boerderijen in het Veluwse dorp en omgeving te vernietigen.
Bewoners in Kootwijkerbroek geloofden echter niet dat daar MKZ heerste. Zij kwamen massaal in opstand tegen de ruiming. Het leger en de mobiele eenheid werden ingeschakeld om mensen te beschermen die de runderen, varkens, geiten en schapen moesten afmaken. Ook waren er boeren die een einde aan hun leven maakten. Schappen van supermarkten raakten in het voorjaar van 2001 leeg doordat consumenten massaal hamsterden.
Het vergaande besluit om te ruimen van het ministerie van landbouw was gebaseerd op één MKZ-test bij een bedrijf. Mensen uit Kootwijkerbroek geloven de uitslag hiervan nog steeds niet. Volgens de overheid kon met het snel afmaken van dieren worden voorkomen dat de ziekte zich zou verspreiden.