Rechter: Staat liet terecht 60.000 dieren ruimen om MKZ
De Staat heeft in 2001 terecht 60.000 dieren laten ruimen op 246 boerderijen in Kootwijkerbroek tijdens de uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ). Dat oordeelde de hoogste economische rechter, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, dinsdag in een zaak die was aangespannen door de boeren uit het Gelderse dorp.
Volgens de rechtbank hebben de boeren, verenigd in de stichting MKZ Crisis Kootwijkerbroek, niet kunnen aantonen dat in het laboratorium systematisch fouten zijn gemaakt of dat de monsters die werden onderzocht in het laboratorium zijn besmet met andere monsters. Daardoor heeft de Staat op goede gronden geconstateerd dat sprake was van besmetting met MKZ en mochten de boerderijen worden geruimd, eerst in een straal van 1 kilometer rondom de besmette boerderij, later in een straal van 2 kilometer.
„Hoe ingrijpend die beslissing ook was, het is niet onevenredig”, zei de rechter. Hij constateerde wel dat de zaak veel te lang heeft geduurd en kende de boeren daarom een schadevergoeding toe.
Mond- en klauwzeer is een zeer besmettelijke virusziekte, die voorkomt bij koeien, varkens, schapen, geiten en herten. Tijdens de MKZ-crisis van 2001 moesten in Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk 300.000 dieren worden afgemaakt om verdere verspreiding te voorkomen.
De boeren reageerden teleurgesteld op de uitspraak, maar zeiden dat ze niet anders hadden verwacht.