Rijsje
Jesaja 11:1
„Want er zal een Rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen.”
Zie, waaruit de Verlosser der wereld zal voortkomen, namelijk dat Hij zal zijn als een rijsje, zó als een twijgje voortkomt uit een boomtronk en daarna groeit en tot volle wasdom komt. Zo moest het begin van Jezus Christus zijn. Wanneer wij zien dat Jozef en Maria uit dit huis van Isaï zijn voortgekomen, zo moeten wij toch verstaan dat zij niet ophielden van koninklijk zaad te zijn. Maar al deze eer moest neergeslagen worden; het moest zelfs dat men zich schaamde te zeggen dat er nog enkelen waren overgebleven uit deze familie, waaraan God een zo hoge adel beloofd had. Zo zien wij Jozef, een arme timmerman, die zelfs het hoofd was van Zijn geslacht. Hij werd her- en derwaarts verjaagd en bezat nog geen huisje in Jeruzalem, geen koninklijke residentie.
Ziedaar in ’t kort wat wij van het hier gedane verhaal moeten onthouden. Wij moeten door het verhaal van Lukas verstaan dat Jezus Christus, hoewel bijzonder aan Abrahams zaad beloofd, toch in het algemeen de Verlosser voor heel de wereld is. En waarom? Sedert Adam hebben allen nodig gehad hun heil buiten zichzelf te zoeken.
Johannes Calvijn, reformator te Genève (”Pastorale brieven”, 1964)