Regen maken met slangendans en laserpuls
Regen maken is een kunst die mensen graag zouden beheersen. Neem de Hopi-indianen in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Die proberen nog altijd regen te maken door steenarenden te offeren en met een levende ratelslang tussen de tanden te dansen.
Hoewel er in Nederland genoeg regen valt, was het wel een Nederlander die als eerste proeven deed om kunstmatig regen te maken. De Nederlandse amateurmeteoroloog August Willem Veraart (1881-1947) maakte gebruik van vliegtuigen van de luchtmacht om een mengsel van ijs en koolzuursneeuw –droogijs van -78° Celsius– op de wolken te strooien.
Vooral zijn proef van 6 oktober 1932 kreeg bekendheid. Drie vliegtuigen wierpen samen 1800 kilogram ijs en koolzuursneeuw op grote buienwolken. Binnen 24 uur kwam in het westen van Nederland de regen met bakken uit de lucht. Achteraf bleek dat die buien niets met de proef van Veraart te maken hadden.
Het sturen van de regenval met chemicaliën is vandaag de dag populair in China en Rusland. Wolken worden bezaaid of beschoten met enorme hoeveelheden zilverjodidekristallen, zogeheten ”cloud seeding”. De kleine waterdruppeltjes van de wolk groeien op de kristallen uit tot grotere druppels en vallen vervolgens als regendruppels omlaag. Daardoor regent het in Rusland op 1 mei nooit meer boven het Rode Plein; de parades hebben elk jaar onder stralende zonneschijn plaats. De Chinezen pasten de techniek toe om Peking droog te houden tijdens de Olympische Spelen van 2008.
China heeft daarnaast een heel andere reden om het weer naar zijn hand te zetten. Door klimaatverandering stroomt er steeds minder water van de Tibetaanse hoogvlakte. Op termijn komt de Chinese drinkwatervoorziening in gevaar. Het moet in Tibet dus meer gaan regenen. China probeert met kleine verbrandingsovens zilverjodide in de lucht te verspreiden, waardoor er in de vochtige moessonwind meer wolken worden gevormd. De regenval moet toenemen met 7 procent, zo’n 10 miljard kubieke meter per jaar. Maar volgens deskundigen gaat China het daarmee niet redden.
Indonesië probeert bosbranden te bestrijden door wolken te bestrooien met zilverjodide. De kunstmatig opgewekte regen zou de branden moeten blussen. Volgens experts is het een kostbare operatie en niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat.
Zilverjodide is overigens niet bepaald onschuldig. Sterker, het is behoorlijk giftig en slecht voor het milieu. Het Amerikaanse Nationaal Centrum voor Atmosferisch Onderzoek test daarom het gebruik van natrium- en kaliumchloriden die met vliegtuigen in de wolken worden verspreid. Uit Europees onderzoek blijkt dat ook lasers piepkleine waterdruppeltjes in wolken laten samenklonteren tot regendruppels. Zo kan er zonder chemicaliën een kunstmatige regenbui worden opgewekt.