Vuurwerk taboe rond dierentuin
De dieren in de dierentuin worden vanwege het vuurwerkgeweld zo veel mogelijk op stal gezet of in hun nachtverblijf opgesloten. De dierenverzorgers zijn elke keer weer blij als de jaarwisseling goed is verlopen. „Vuurwerk afschaffen zou het beste zijn.”
„Wij hebben het geluk dat hier al een aantal jaren een vuurwerkvrije zone geldt”, vertelt Peter Bleesing, dierenverzorger bij Artis. „Dat is echt een voordeel, al werkt het niet voor honderd procent.” De dieren die gevoelig zijn voor knallen en lichtflitsen, zoals de leeuwen en olifanten, gaan met oudjaar naar hun binnenverblijf. Dat dempt de knallen, maar het betekent niet dat de dieren helemaal niets meekrijgen van de herrie. „Ze merken het wel degelijk en door de lichtkoepels komen ook de lichtflitsen wel binnen.”
Voor de zekerheid zijn er altijd mensen in het dierenpark die een oogje in het zeil houden met behulp van camera’s in de nachtverblijven. „De vraag blijft wat je kunt doen als de dieren erg onrustig worden”, aldus Bleesing, die in de twintig jaar dat hij in Artis werkt niet heeft meegemaakt dat er echt iets misging.
Luchtalarm
Volgens hem maakt het ook niet uit of een dier al lang in Artis woont of nieuw is. „Het is net als met honden: de ene kan er beter tegen dan de andere, en de dieren er niet tegen kunnen, wennen er nooit aan. Kijk naar de wolven, die huilen elke maand weer als het luchtalarm wordt getest. Dat blijven ze doen.”
Bleesing is blij dat er rond Artis geen vuurwerk mag worden afgestoken, „maar afschaffen is het beste.”
Ook rond de Diergaarde Blijdorp in Rotterdam geldt en vuurwerkvrije zone. Toch worden de antilopen met muziek afgeleid van het geknal van vuurwerk. Woordvoerder Constance Alderlieste kent de voorkeur van de dieren niet precies. „Het wordt iets monotoons. Klassiek, denk ik.” Ook blijft in de nacht de verlichting aan in de stallen, zodat ze minder meekrijgen van de lichtflitsen die vuurpijlen veroorzaken. „Dat is vertrouwd voor ze en dan voelen ze zich prettiger.”
Omdat Blijdorp aan het spoor ligt en er om de haverklap treinen langs denderen, zijn de dieren wel wat gewend. „Maar een knal is natuurlijk wel wat anders.” Net als in Artis houden de verzorgers van Blijdorp de okapi’s en andere schrikachtige dieren met webcams in de gaten.
Reuzenschildpad
De giraffen in het dierenpark in Amersfoort moeten het dit jaar doen zonder het geluid van de radio op de achtergrond. Eerder ging die aan om de knallen van cobra’s en sniper shots wat te verhullen, maar de laatste jaren doen ze dat niet meer, vertelt woordvoerster Marije Allemekinders. „Wij zitten buiten het centrum in het bos. De dieren hebben weinig last van het vuurwerk en dat is hartstikke fijn. De meeste kunnen naar binnen als ze dat willen. Maar de hoefdieren, het meest geneigd te vluchten als er iets onverwachts gebeurt, hoeven niet opgesloten te worden om paniek te voorkomen.
De reuzenschildpad zal wel anders reageren op een knal dan de impala’s”, erkent Allemekinders, „en de leeuwen hebben vast een beter gehoor dan wij, maar dat is geen reden om ze op te sluiten.”
Bosrijk
Ook Burgers’ Zoo in Arnhem prijst zich gelukkig met zijn ligging in een bosrijke omgeving en flink eind van de woonwijken. Woordvoerder Bas Lukkenaar: „We hebben nauwelijks last, het is hier afgesloten dus er is zelfs weinig baldadigheid.” Wel gaan alle dieren naar hun nachtverblijf. Dat is vooral belangrijk voor gevoelige dieren zoals herten en vogels. Bij de bouw van de verblijven is er rekening mee gehouden dat die ook geluiden van buiten moesten dempen. „De leeuwen en cheeta’s blijven in hun grote buitenverblijf, waar schuilplaatsen zijn die ze kunnen gebruiken. Er ligt stro en er zijn verwarmingspanelen voor als het erg koud is”, vertelt Lukkenaar. „Die zijn het ook in Afrika gewend dat het ’s nachts flink afkoelt.” De meer tropische dieren verblijven in de Bush, de Mangrove en de Desert, uitgestrekte, geheel overdekte verblijven waar niet veel geluid van buiten binnendringt. Bovendien kunnen de dieren zich er in een eigen schuilplaats terugtrekken.”
Ook Wildlands in Emmen heeft gemerkt dat de ligging even buiten het centrum voordelen met zich meebrengt, aldus woordvoerder Hanneke Wijshake. „Het is hier met oud en nieuw een stuk rustiger dan in het oude park midden in de stad.” Daar waren tijdens de jaarwisseling nog voorzorgsmaatregelen nodig in de vorm van verlichting op stal en muziek om het knallen van zevenklappers en kanonslagen wat te dempen. „We hebben gemerkt dat de dieren er nu geen last meer van hebben.”
IJsbeertweeling
Bij Ouwehands Dierenpark in Rhenen is vuurwerk evenmin een kwestie. „Dieren hebben de keuze om binnen of buiten te verblijven”, aldus woordvoerder Laura van de Geer. „De reuzenpanda’s zijn wel wat gevoeliger dan de meeste andere dieren, net als de ijsberen die net jongen hebben.” Via de webcam houdt de verzorgster de ijsbeertweeling in het kraamhol goed in de gaten. Maar veel zorgen zijn er niet: „Ze is een ervaren moeder, dus het komt vast goed.”
Die zorgeloosheid kenmerkt ook Safaripark Beekse Bergen in Hilvarenbeek, dat ver van de bebouwing ligt. „Het vakantiepark hiernaast is ook van ons en dat is vuurwerkvrij”, aldus woordvoerder Linda Engels. „Volgens de verzorger doet het vuurwerk de beesten niet zo veel. Ze knipperen niet eens met hun ogen.”