23 maart 2001: Drie autobommen ontploffen in het onrustige noorden van de Kaukasus, vlak bij de grens met Tsjetsjenië. Drieëntwintig mensen komen om het leven, negentig anderen raken gewond.
29 augustus 2001: Twaalf mensen komen om doordat een auto explodeert in een Tsjetsjeens dorp, 20 kilometer buiten de hoofdstad Grozny.
8 mei 2002: Door een bomaanslag tijdens een militaire parade in Kaspiysk, in de aan Tsjetsjenië grenzende deelrepubliek Dagestan, vallen 43 doden en 130 gewonden.
31 mei 2002: Vier Russische soldaten komen bij Grozny om het leven door een zelfmoordaanslag.
17 september 2002: In een straat in Grozny ontploft een bom. Achttien burgers worden gedood.
10 oktober 2002: Bij een aanslag op een politiebureau in Grozny vallen 22 doden.
23-26 oktober 2002: Ruim veertig Tsjetsjeense rebellen houden 800 mensen gegijzeld in een theater in Moskou. Russische soldaten bestormen uiteindelijk het gebouw. Bij die bevrijdingsactie doden ze alle rebellen; 129 gegijzelden, onder wie een Nederlandse vrouw, verliezen het leven door het door de bevrijders gebruikte slaapgas.
27 december 2002: Zelfmoordactivisten rijden twee auto’s vol explosieven het pro-Russische regeringsgebouw in Grozny binnen. Er vallen 83 doden.
15 april 2003: Zestien burgers komen om het leven als vlak bij de Tsjetsjeense stad Chankala een bom in een bus ontploft.
12 en 14 mei 2003: Twee zelfmoordaanslagen binnen 48 uur, opgeëist door rebellenleider Basajev (de man achter het gijzeldrama in het Moskouse theater), kosten zestig mensen in een overheidsgebouw bij Grozny en achttien deelnemers aan een parade het leven.
5 juni 2003: Een zelfmoordaanslag in een bus vol Russische militairen in de stad Mozdok in Noord-Ossetië (ten westen van Tsjetsjenië) eist twintig levens.
5 juli 2003: Twee vrouwen blazen zichzelf op tijdens een popconcert in Moskou. Veertien mensen komen om het leven.
1 augustus 2003: Bij een zelfmoordaanslag door twee daders met een autobom op een militair ziekenhuis in Mozdok (Noord-Ossetië) vallen vijftig doden.
5 december 2003: Een bomaanslag op een passagierstrein in Zuid-Rusland, aan de voet van de Kaukasus, kost 44 mensen het leven.
9 december 2003: Tsjetsjeense vrouw blaast zichzelf op in Moskou. Vijf omstanders komen om.
6 februari 2004: Een aanslag op een metro in Moskou eist ongeveer veertig levens.
13 april 2004: Bomaanslag op Russisch militair konvooi in Zuid-Tsjetsjenië eist zeker vijf levens.
9 mei 2004: De Moskou-getrouwe president van Tsjetsjenië, Achmad Kadyrov, komt door een aanslag om het leven.
24 augustus 2004: Twee Russische verkeersvliegtuigen storten vrijwel tegelijkertijd neer. Beide toestellen zijn opgestegen van de luchthaven Domodedovo bij Moskou. Alle passagiers en bemanningsleden in de twee toestellen, negentig Russen in totaal, komen om het leven. Moskou veronderstelt dat het gaat om een Tsjetsjeense aanslag.
31 augustus 2004: Een vrouw pleegt een zelfmoordaanslag op een metrostation in de Russische hoofdstad. Zeker tien mensen overlijden aan hun verwondingen. Bij de explosie raken 51 mensen gewond. De Islambouli Brigades, die ook achter de aanslagen op de vliegtuigen zouden zitten, eisen de verantwoordelijkheid voor deze aanslag op.
1 september 2004: In de stad Bislan in de deelrepubliek Noord-Ossetië, in het zuiden van Rusland, bestormen gewapende mannen en vrouwen een school en nemen honderden scholieren, leraren en ouders van leerlingen in gijzeling.