Meekijken in de klas: is lesgeven iets voor mij?
De 39-jarige Rebecca Maier werkt met plezier in de communicatiesector. Ze mist echter het persoonlijk contact. Daarom denkt ze erover om docent te worden. Om erachter te komen of het onderwijs bij haar past, deed ze mee met de actie ”Meekijken in de klas”.
Rebecca Maier is duidelijk: „Je kunt veel over lesgeven lezen, maar in de praktijk merk je pas wat het docentschap inhoudt.” De inwoonster van Voorschoten nam maandag deel aan de door de werkgroep ”En dan ben je leraar” georganiseerde actie ”Meekijken in de klas”. Deze week openen scholen voor reformatorisch onderwijs hun deuren voor mensen die geïnteresseerd zijn in een baan in het onderwijs. In de lokalen van zo’n honderd scholen zit iemand achterin om te ruiken aan de praktijk. Doel: mensen enthousiasmeren voor een baan als leerkracht, om op die manier het docententekort, waar ook reformatorische scholen mee te maken hebben, tegen te gaan.
Maier woonde twee lessen Duits op het Driestar College in Leiden bij. Op het programma: de voorzetsels van de vierde naamval. Durch, um, bis, für, ohne, gegen, wider en entlang: er is nog werk aan de winkel voordat de scholieren het rijtje net zo moeiteloos kunnen opzeggen als docente Lianne van Stuijvenberg.
Voor Maier zijn de voorzetsels gesneden koek. „Ik ben opgegroeid in Duitsland, maar woon alweer tien jaar in Nederland. De liefde voor mijn moedertaal blijft en die wil ik graag overbrengen.”
Bevoegdheid
„Hoewel ik al ruim dertig jaar in het onderwijs werk, vind ik het nog steeds een prachtig vak”, zegt docentopleider Buizerd Remmelzwaal. Hij legt de deelnemers uit hoe de begeleiding van startende leraren op het Driestar College eruitziet en beantwoordt vragen over de vereiste vooropleiding.
Dat is nuttige informatie, vindt Maier, die zich oriënteerde op een speciaal traject voor moedertaalsprekers aan de Universiteit van Amsterdam. „Er blijken verschillende manieren te zijn om je lesbevoegdheid te halen.” Op dit moment houdt de 39-jarige zich als zzp’er bezig met communicatie en marketing. „Dat is leuk om te doen. Alleen mis ik het directe contact met mensen; het loopt steeds vaker via internet.”
Dat persoonlijke contact hoopt ze in het onderwijs wel te vinden. „Het is lang geleden dat ik zelf op de middelbare school zat. Door de actie ”Meekijken in de klas” kan ik zien of het onderwijs wel echt wat voor mij is.”
Maier is niet de enige die deze week een kijkje achter de lokaaldeuren neemt. „Een kleine zeventig zijinstromers en ruim zeventig scholieren of studenten hebben zich aangemeld”, weet George den Breejen, voorzitter van de werkgroep ”En dan ben je leraar”, die de actie ”Meekijken in de klas” organiseerde. De werkgroep wil op een positieve manier het beroep van leraar in de schijnwerpers zetten. „Het is prachtig om iedere dag met leerlingen te werken en hun vanuit een geopende Bijbel les te geven.”
Krachten
Den Breejen merkt dat het imago van het beroep door de huidige berichten over werkdruk en lerarentekort nogal eens negatief gekleurd is. „Natuurlijk kan het beroep van leraar intensief zijn, maar wij willen als werkgroep vooral laten zien hoe heerlijk het is om met leerlingen te werken.”
In de werkgroep hebben niet alleen schoolbesturen zitting. „Alle aan het onderwijs gelieerde partijen, zoals de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS), de Vereniging tot bevordering van schoolonderwijs op gereformeerde grondslag (VBSO), KOC Diensten en de RMU, doen mee. Het is mooi dat we zo de krachten bundelen.”
In maart 2019 organiseerde de werkgroep de actie ”Uurtje voor de klas”. Mensen die interesse hadden in een baan in het onderwijs konden zelf één of meerdere lessen geven. „Dat was een succes: zo’n 200 belangstellenden wisten de weg naar de schooldeur te vinden en Driestar educatief heeft dit jaar meer aanmeldingen ontvangen dan vorig jaar.”
De volgende editie van ”Uurtje voor de klas” staat gepland van 3 tot 7 februari 2020. „Het meekijken in de klas, zoals dat deze week kan, is eigenlijk een voorbereiding op dat uurtje voor de klas”, aldus Den Breejen. „Mensen hoeven dan niet gelijk zelf les te geven, maar kunnen wel de sfeer proeven. In februari kunnen ze dan ervaren hoe het is om les te geven.”
In de les Duits grijpt de docente een leestekst over zakgeld aan om de jongeren eens te vragen naar hun inkomsten. „Hoeveel verdienen jullie eigenlijk met jullie baantje?” „Ja, dat ga ik niet zeggen”, reageert een jongen.
De leerlingen hebben een band met de docent, ziet Rebecca Maier. „Dat is mooi, dan kun je ook over de moeilijke momenten heenkijken.” Of ze daadwerkelijk voor een baan in het onderwijs kiest, weet ze nog niet. „Ik ga eerst de indrukken van deze dag laten bezinken en dan een weloverwogen keuze maken.”
„Ik zag leerkrachten die plezier hadden in hun werk”
In maart deed Arnold Pieters mee met het initiatief ”Uurtje voor de klas”. „Dat was een leuke en leerzame ervaring.” De 16-jarige Elspeter ging aan de slag in groep 5 van de basisschool Boaz-Jachin in zijn woonplaats. „Ik heb een dictee gegeven, geholpen tijdens de rekenles en ben met de kinderen naar buiten gegaan.”
Vroeger vond hij het altijd al leuk om les van een meester te krijgen en ook het omgaan met kinderen ligt hem. „Daarom dacht ik: Ik doe gewoon mee met ”Uurtje voor de klas” en ga eens ervaren wat het beroep in de praktijk inhoudt.” De dag beviel goed. „De leerlingen zien dat je nieuw bent en willen graag dingen met je doen; dat contact met de kinderen, daar doe je het voor.”
Uiteindelijk maakte Arnold niet de keuze om naar de pabo te gaan, maar schreef hij zich in voor de opleiding beveiliging aan het Hoornbeeck College.
„Die keuze had niets te maken met de negatieve berichten over de hoge werkdruk van leerkrachten of over het lage salaris. Tijdens de dag op de basisschool zag ik vooral juffen en meesters die echt plezier hadden in hun werk.” Hij weet echter van zichzelf dat hij niet kan stilzitten en veel afwisseling nodig heeft; daarom trok een beroep bij de politie.
„Doordat ik een dagje heb meegelopen met een agent en voor de klas heb gestaan, kon ik beide beroepen goed vergelijken.” Spijt van zijn opleidingskeuze heeft hij niet. „Wel vind ik het nog steeds leuk om met kinderen om te gaan. Dat blijft.”
„Je merkt pas hoe het beroep is als je het zelf doet”
„Toen ik voor de eerste keer voor de klas stond, was het voor mij duidelijk: dit is het beroep dat ik later wil gaan doen en dat bij mij past”, zegt Joanne Hardeman. In maart deed de 17-jarige Scherpenzeelse mee aan het initiatief ”Uurtje voor de klas”. Dat resulteerde uiteindelijk in een aanmelding voor de pabo aan Driestar hogeschool. Op dit moment loopt Joanne haar eerste stage op basisschool De Wittenberg in Scherpenzeel, de school waar ze tijdens de actie voor het eerst een les gaf.
„Ik wilde graag iets met kinderen doen, maar twijfelde nog tussen een pedagogische opleiding, social work of de pabo.” De dag op de basisschool trok haar over de streep om zich in te schrijven voor de pabo. „Hoewel ik eigenlijk al wel wist dat het onderwijs iets voor mij zou zijn, merk je pas echt wat het beroep inhoudt als je zelf voor de klas staat.”
Joanne mocht zelfstandig een les voorbereiden voor groep 4 en die ook daadwerkelijk geven. „Toen ik dat hoorde, dacht ik: Oei, kan ik dat wel? Maar ik ben ook wel iemand die denkt: Ik ga het gewoon doen en ik zie wel hoe het loopt.”
Alles verliep goed. „Je bent nieuw, dus de kinderen vinden het alleen maar leuk dat je een uurtje voor de klas staat en letten goed op. Ik zou iedereen aanraden ook eens te ervaren hoe het is om les te geven.”