Defensie betaalt nu 85 procent van de exploitatiekosten terwijl het maar eenderde van de vliegbewegingen voor zijn rekening neemt. Bovendien is Defensie van plan het aantal marinehelikopters in de toekomst verder terug te brengen. Zakelijk gezien is het dan niet meer vol te houden het vliegkamp onder het oude regime open te houden, stelde Van der Knaap.

Eind volgende week wil de bewindsman een gesprek met alle betrokkenen bij het vliegkamp op zijn departement. Hij zal dan nog eens uitleggen waarom Defensie tot sluiting wil overgaan. Als er van de kant van het bedrijfsleven bereidheid zou bestaan om naar rato van het gebruik van het vliegveld aan de exploitatiekosten mee te betalen, bestaat de mogelijkheid om de marinehelikopters te handhaven, aldus Van der Knaap. Komt het tot sluiting dan worden de toestellen overgebracht naar de basis Gilze–Rijen in Brabant. Uiterlijk 22 oktober wil hij een definitieve beslissing nemen.

Op De Kooy staan momenteel 21 Lynx–helikopters die tegen het einde van hun economische levensduur aan zitten. Oorspronkelijk wilde Defensie de Lynx vervangen door twintig NH–90 helikopters. Analyse van de behoefte binnen de krijgsmacht leerde echter dat er meer transporthelikopters nodig zijn. Van der Knaap wil daarom het aantal NH–90’s terugbrengen tot twaalf ten gunste van de transportcapaciteit.

Burgemeester J. Staatsen van Den Helder zei woensdag na zijn gesprek met Van der Knaap dat het Rijk „verschraald en verkokerd" bezig is. „De zaak wordt nu puur vanuit de optiek van Defensie benaderd, waarbij iedereen eraan voorbij gaat dat Den Helder het offshorecentrum van Nederland is. Vanuit Den Helder vertrekken vluchten naar 120 boorplatforms op de Noordzee, de platforms zelf worden vanuit onze haven aangevaren. Hier speelt ook nadrukkelijk het belang van de internationale concurrentiepositie van Nederland. Daar ligt in mijn optiek een rol voor het ministerie van Economische Zaken."

Staatsen gaat wel praten met de private gebruikers van De Kooy. „We gaan dat doen in zo breed mogelijk verband. De deur staat op een kier, maar dan moet er wel een andere kostenverdeling komen."

Ook de olie– en gasindustrie keerde zich woensdag zich tegen de plannen van Van der Knaap. Sluiting van De Kooy betekent mogelijk ook het einde van het op de vliegbasis gevestigde Den Helder Airport, van waaruit helikopters naar boorplatforms in de Noordzee vliegen.

„Wij zijn op zijn zachtst gezegd niet blij met de plannen van Defensie", zei C. van Oosterom van Nogepa woendag. De brancheorganisatie vertegenwoordigt de acht maatschappijen, waaronder de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) van Shell en Esso, die in Nederland op land en op zee olie en gas winnen.

Uitwijken naar een ander vliegveld brengt meer kosten met zich mee voor de offshore–industrie. „Je komt dan al gauw in de richting van Eelde, maar dat heeft allerlei beperkingen."

Vliegen met helikopters vanaf dit vliegveld in de kop van Drenthe naar de platforms duurt langer en bovendien moet er dan gevlogen worden over land en over de Waddenzee. „Dat betekent extra belasting van het milieu", aldus Van Oosterom.

Hij benadrukt verder dat een langere vliegtijd ook rampzalig kan uitpakken bij calamiteiten op platforms, waarbij mensen moeten worden gered en/of vervoerd naar ziekenhuizen op het vaste land. Vanaf Den Helder duurt een vlucht naar het verst gelegen boorplatform zo’n vijf kwartier. Daar komt volgens van Oosterom ongeveer een half uur bij als er vanaf Eelde wordt gevlogen.