Militaire, politieke en menselijke verhalen over de Grote Oorlog
Titel:
”De grote oorlog, kroniek 1914-1918”, deel 4 en 5, onder redactie van Hans Andriessen, Martin Ros en Perry Pierik
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2004
ISBN 90 59111893 en 90 59111990
Pagina’s: 351 en 334
Prijs: € 24,95 per deel. In augustus was het negentig jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Dat is wel niet zo’n rond jaar, maar net als bij zestig jaar D-day een reden om er wat nadrukkelijker bij stil te staan. De serie ”De grote oorlog”, waarin recent deel 4 en 5 verschenen, biedt daar alle gelegenheid toe.
In deze forse bundels van elk ruim 300 pagina’s is een aantal essays over zeer uiteenlopende onderwerpen opgenomen. Maar wel onderwerpen die met de Eerste Wereldoorlog te maken hebben. Dat varieert van een artikel over bezoeken van de latere president van Tsjechoslowakije, Masaryk, aan Rotterdam in de eerste maanden van de oorlog, tot de catastrofale explosie, eind 1917, van een Frans munitieschip in de haven van het Canadese Halifax.
Daarnaast komen vooral ook beschrijvingen van gevechten aan de orde, zoals de ondergang van het Duitse Oost-Azië-eskader bij de Falklandeilanden (Deutsches Geschwader auf Todesfahrt) en de al even dramatische nederlaag van het Italiaanse leger bij Caporetto.
Uiteraard krijgt ook Nederland aandacht, al nam het niet aan de oorlog deel. Wat was de rol van het Nederlandse Rode Kruis in de oorlogsjaren en welke conclusies trok het Nederlandse leger uit „den Grooten Europeeschen Krijg”?
Interessant is het verhaal over de Duitse torpedoboot V69, die in januari 1917 onderweg naar het door de Duitsers bezette Zeebrugge door Britse marineschepen zwaar werd toegetakeld. Het schip moest door een sleepboot de haven van IJmuiden worden binnengesleept. Gewonden en gesneuvelden waren aan het dek vastgevroren. Twee omgekomen officieren bracht men naar Duitsland over, de andere gesneuvelden werden met militaire eer op de Westerbegraafplaats in IJmuiden begraven. Daar staat nog steeds een monument dat aan dit gebeuren herinnert.
In IJmuiden kon men het schip slechts provisorisch repareren. De rest moest in Rotterdam gebeuren. Een Duitse sleepboot zou het schip onder bescherming van de Nederlandse marine daarheen brengen. In de buurt van Zandvoort kapten de bemanningsleden echter de sleepkabel en maakten gebruik van de dichte mist om naar Duitsland te ontsnappen. De sleepboot meldde in Rotterdam dat men onderweg z’n vrachtje was kwijtgeraakt. Waarschijnlijk was de kapitein van de sleepboot op de hoogte van de ontsnappingsplannen van zijn landgenoten.
De voormalige geschiedenisleraar Paul J. Jongebreur analyseert op welke wijze de Eerste Wereldoorlog voorkomt en voorkwam in de geschiedenisboeken, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. Met dr. A. Th. van Deursen (door hem ten onrechte Deursen genoemd) betreurt hij dat inhoudelijke kennis tegenwoordig onvoldoende getoetst wordt.
Basiskennis
Gezien het feit dat er een tamelijk directe lijn loopt van de Eerste Wereldoorlog naar de Tweede, waarbij Nederland wel betrokken werd, en gezien ook de grote invloed van de Eerste Wereldoorlog op de Europese cultuur en de machtsverhoudingen, is het zeker zinvol om van deze essays kennis te nemen. Overigens veronderstellen de bijdragen in deze bundels wel een behoorlijke basiskennis over het verloop van deze oorlog. Anders kan men de verhalen onvoldoende plaatsen.
Sommige schrijvers verliezen zich wel erg in de details van de oorlogvoering. Wellicht speelt hun grote betrokkenheid bij hun onderwerp hen parten. De kaartjes die de ontwikkelingen aan het front moeten verduidelijken, zijn vaak van matige kwaliteit.
Voor het overige geldt dat deze serie voor geïnteresseerden in dit onderdeel van de geschiedenis veel biedt. Opvallend is dat Duitsland en zijn bondgenoot Oostenrijk-Hongarije niet zonder meer de schuld van de oorlog toegeschoven krijgen. Integendeel; J. H. J. Andriessen, voorzitter van de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog, laat in zijn artikel over de rol van Servië in de aanloop naar de oorlog zien dat de Servische regering geleid werd door extremisten die uit waren op een confrontatie met de Donaumonarchie.
Het is goed dat ook deze aspecten naar voren gehaald worden. Al te gemakkelijk wordt, vanuit het perspectief van de Tweede Wereldoorlog, Duitsland ook de hoofdverantwoordelijkheid voor de Eerste Wereldoorlog toegeschoven.