Kerken als sociaal kapitaal
Titel:
”Boodschap aan de kerken? Religie als sociaal en moreel kapitaal”
Auteur: Ton Bernts (red.)
Uitgeverij: Meinema, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 211 3965 0
Pagina’s: 213
Prijs: € 20,-. Hoe oordeelt men tegenwoordig over het maatschappelijk belang van godsdienst en levensbeschouwing? Neemt ondanks de secularisatie de waardering voor de kerken toe? En zou dat ook tot uitdrukking moeten komen in een bepaalde vorm van overheidssubsidie? Dat zijn de vragen die aan de orde komen in de bundel ”Boodschap aan de kerken”?
Het antwoord wordt deels gezocht in een publieksonderzoek en deels in gesprekken met vooraanstaande personen uit de kring van kerk, overheid, wetenschap en maatschappelijke organisaties. Het onderzoek is uitgevoerd door het sociaal-wetenschappelijk instituut Kaski. Aanleiding was het vertrek van Kaski-directeur Spruit in oktober vorig jaar.
Wat leverde dat onderzoek op? Nog geen 40 procent van de ondervraagde Nederlanders blijkt althans enig vertrouwen in de kerken te hebben. Dat lage percentage sluit aan bij andere onderzoeksgegevens. Politie, kranten en vakbonden scoren hoger, de grote ondernemingen, de regering en de politieke partijen kunnen daarentegen op nog minder vertrouwen bij het publiek rekenen.
Protestanten hebben meer vertrouwen in de kerken dan katholieken. Stemmers op de christelijke partijen hebben (zoals verwacht) het meeste vertrouwen in de kerken, daarna komen degenen die stemmen op GroenLinks en de SP. Het minste vertrouwen vinden we in de achterban van D66 en de VVD.
Tijd en geld
Kerkleden en met name kerkgangers geven meer tijd en geld voor goede doelen. Kerken vertegenwoordigen derhalve, aldus de auteurs, een belangrijk sociaal kapitaal. Verder blijkt dat de rol van de religie vooral belangrijk gevonden wordt bij privé-momenten als geboorte en overlijden. De sociaal-kritische rol van de kerken geldt als veel minder relevant.
Bijna de helft van de bevolking is voor overheidssteun aan noodlijdende parochies en gemeenten. Ruim 70 procent is van mening dat in elke dorp minstens één kerkgebouw in stand moet blijven.
Die eventuele overheidssubsidie neemt in de gehouden gesprekken een belangrijke plaats in. Een subsidiëring van bepaalde maatschappelijke projecten die door de kerken zijn opgezet, vindt algemene instemming. Over een structurele, publieke financiering van de kerken wordt zeer verschillend geoordeeld. De voorstanders wijzen op de overheidssteun voor sport en cultuur, de tegenstanders beroepen zich op de scheiding van kerk en staat. Daarnaast zien zij inmenging in kerkelijke aangelegenheden en verlies van betrokkenheid bij de kerkleden als de onvermijdelijke gevolgen van overheidsfinanciering.
Ook de CDA’er drs. W. J. Deetman, voorzitter van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, staat afwijzend tegenover een subsidiëring van de kerken. De Nijmeegse hoogleraar dr. F. Wijsen daarentegen ziet allerlei redenen om kerkelijke activiteiten subsidie te geven. Als blijkt dat het uitvoeren van rituelen een helende werking heeft, waarom zou de overheid daar dan niet wat tegenover stellen, zo is zijn redenering. Het riagg wordt toch ook door de overheid gefinancierd!
Op die manier wordt de betekenis van de kerk wel heel sterk in het horizontale vlak getrokken. Nog erger is het wanneer voor subsidiëring van de kerken verwezen wordt naar artikel 22 van de grondwet, waar staat dat de overheid voorwaarden moet scheppen voor de vrijetijdsbesteding. Dan is het besef waar het in de kerk om gaat volstrekt afwezig.
Bovendien is de ene kerk de ander niet. Het is PvdA-senator E. Jurgens, zelf vrijzinnig katholiek, die daar terecht aandacht voor vraagt. Zeker op kerkelijk gebied staan waarheid en leugen tegenover elkaar. Want al spreekt men in dit boek over kerken, het is geen punt van discussie dat niet-christelijke geloofsgemeenschappen daarmee op één lijn gesteld worden. De Waal, lid van het PvdA-bestuur, spreekt zelfs over moslimkerken.
Dat versterkt het bezwaar tegen een algemene subsidieregeling voor kerken. Ook moskeeverenigingen en hindoetempels gaan daaronder vallen. De meer rechtzinnige kerken en gemeenten zitten niet op overheidssubsidie te wachten. Hun achterban is voldoende bij de kerk betrokken om te zorgen dat het benodigde geld op tafel komt. Dat geldt ook voor onderhoud en nieuwbouw van kerkgebouwen.
Tegemoetkoming
Overigens was de Wet premie kerkenbouw uit de jaren zestig niet bedoeld om de wederopbouw van in de oorlog beschadigde kerken door de overheid te bekostigen, zoals de geïnterviewde prof. dr. C. J. Klop stelt. Het ging om een tegemoetkoming in de hoge bouwkosten die kerken, met name in nieuwbouwwijken, moesten maken.
Klop, bijzonder hoogleraar politieke ethiek in Nijmegen en voorzitter van de NCRV, behoort tot de minderheid die overheidssubsidie voor kerken gewenst vindt. Hij ziet het als een algemeen belang dat de bevolking toegang heeft tot het transcendente. Uiteraard vereist dat dat de kerken nauwer samenwerken. Voor kerken die zich verbonden weten aan de gereformeerde belijdenis is die benadering volstrekt onaanvaardbaar. Het gaat hen wezenlijk om wat anders dan een algemeen transcendentiebesef.