Prik moeder beschermt baby tegen kinkhoest
Zwangere vrouwen kunnen vanaf maandag de 22-wekenprik krijgen om hun kind en zichzelf te beschermen tegen kinkhoest. Staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS heeft hiertoe al in 2018 besloten. De vaccinatie maakt deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma, maakte het RIVM donderdag bekend.
Het is voor het eerst dat volwassenen onderdeel uitmaken van dit programma. Tijdens de uitbraak van de Mexicaanse griep mochten zwangeren ook een prik halen, maar dat was een eenmalige actie.
De zogeheten DKT-prik beschermt de kwetsbare baby direct na de geboorte al tegen deze voor zeer jonge kinderen levensbedreigende en zeer besmettelijke ziekte. Dat gebeurt omdat de moeder afweerstoffen aanmaakt en die via de placenta doorgeeft. Bovendien voorkomt het dat zijzelf ziek wordt.
Nu krijgen baby’s een eerste prik tegen kinkhoest als ze twee maanden zijn. Voor sommige kinderen is dat te laat. Elk jaar belanden ongeveer 170 zuigelingen met ernstige klachten in het ziekenhuis. Kinkhoest lijkt aanvankelijk op een normale verkoudheid.
Een pasgeborene kan overlijden aan deze infectie van de luchtwegen. Door minuten durende hoestbuien (zogenoemde stikhoestbuien) raakt de zuigeling benauwd en uitgeput. De patiëntjes krijgen onvoldoende zuurstof. Er kunnen zelfs hersenschade en hersenbloedingen optreden. Bij de meest ernstige vorm van kinkhoest is het risico op overlijden 80 procent.
In onder meer Engeland, Duitsland en België worden zwangeren al gevaccineerd. Daar blijkt het aantal sterfgevallen sterk te zijn afgenomen. In de loop van volgend jaar worden de eerste resultaten in Nederland bekend.
Internationaal is er al veel onderzoek gedaan naar de effecten. De materiële kinkhoestvaccinatie is veilig bevonden. Er is geen verhoogd risico gevonden op onder meer miskramen, aangeboren afwijkingen of vroeggeboortes.
Door deze 22 wekenprik verandert het vaccinatieschema. Kindjes krijgen een prik minder en het vaccineren begint een maand later (als de baby drie maanden oud is). De prik moet de vrouw zelf inplannen bij de Jeugdgezondheidszorg. Het gaat om een combinatievaccin met difterie en tetanus (DKT) omdat er geen los middel bestaat.