Aung San Suu Kyi in Vredespaleis
De Myanmarese regeringsleider Aung San Suu Kyi is in het Vredepaleis om zelf het woord te voeren namens haar land. Het is dinsdag in het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag de eerste van drie dagen van zittingen over een klacht van het West-Afrikaanse Gambia tegen Myanmar over volkerenmoord. Suu Kyi was eerder bekend als voorvechtster van mensenrechten en Nobelprijswinnaar.
Het overwegend islamitische Gambia beschuldigt Myanmar ervan het VN-verdrag tegen volkerenmoord uit 1948 te schenden. De regering van Myanmar zou genocide plegen in de westelijke deelstaat Rakhine door de moslimminderheid van de Rohingya daar systematisch te verdrijven of uit te moorden.
Al zeker 740.000 Rohingya zijn sinds 2017 naar buurland Bangladesh gevlucht. Voor de jongste vervolging begon, woonden er nog circa een miljoen Rohingya in Myanmar. De 74-jarige Suu Kyi voert naar verwachting woensdag het woord. De Gambiaanse minister van Justitie, Abubacarr Tambadou, eiste dinsdag dat Suu Kyi de gruweldaden tegen burgers en de genocide onmiddellijk stopt en dat het ICJ de regering van Myanmar opdraagt om de nog resterende Rohingya in Myanmar te beschermen.
Gambia kaart de vermeende genocide aan bij het ICJ dat enkel geschillen tussen staten berecht. Het is moeilijk de kwestie voor te leggen aan het hof dat in Den Haag speciaal is opgericht om de ernstigste misdaden zoals volkerenmoord te vervolgen en berechten, het Internationaal Strafhof (ICC). Het ICC kan in principe alleen zaken behandelen uit landen die zich hebben aangesloten bij dat hof. En in het geval van Myanmar is dat niet zo. De klacht op grond van het verdrag uit 1948 is een soort juridische noodgreep van Gambia, dat wordt gesteund door een reeks islamitische landen.