„Boodschap van Rechter moeten we niet verzwijgen”
„Het Evangelie kan pas gepredikt worden als de mens gedaagd is voor Gods rechterstoel. Vóór we over de Heere Jezus Christus als Zaligmaker spreken, moeten we over Hem spreken als Rechter. Het is niet zo dat dit getuigenis naar buitenkerkelijken toe verzwakt of verzwegen mag worden. Het moet juist de inzet zijn van de boodschap.”
Dr. P. de Vries bracht dit dinsdag naar voren tijdens de Haamstedeconferentie, in een lezing over de ontdekkende functie van de wet. Bij die ontdekkende functie gaat het om de tweede functie van de wet: de wet maakt ons bewust van onze nood en schuld voor God. „Heilshistorisch werd de wet pas na de belofte gegeven. De mozaïsche bedeling volgt op de periode waarin God aan Abraham, Izak en Jakob Zijn beloften gaf. Daaruit kunnen we leren dat de zaligheid niet door de wet, maar uit het geloof is. Maar theologisch gezien gaat de wet aan het Evangelie vooraf. God schiep Adam naar Zijn beeld en gelijkenis. Ook een verbondskind is een verloren Adamskind.”
Het is de dure roeping van de prediker om de wet in zijn geestelijke karakter te prediken, aldus dr. De Vries, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Elspeet. „Velen in de kerk kennen hun zonde niet en menen behouden te zijn. Pas in het licht van de volslagen verdorvenheid en verlorenheid van de mens wordt het Evangelie echt Evangelie.” Toch staat de ontdekkende functie van de Wet in dienst van het Evangelie. „Dat betekent dat de Wet in zijn verdoemende kracht alleen op de juiste wijze gepredikt kan worden als men zelf weet van het Evangelie, van vrijspraak en vergeving. Het bekendmaken van het verdoemende vonnis van de wet mag nooit een doel in zichzelf zijn. Dat vreemde werk, om een uitdrukking van Luther te gebruiken, moet toch altijd in dienst staan van Gods eigenlijke werk, namelijk het bekendmaken van het Evangelie van Gods genade. De Wet kan nooit scherp genoeg en het Evangelie nooit ruim genoeg gepredikt worden.”
Ds. P. den Butter, christelijk gereformeerd predikant in Middelharnis, sprak in twee lezingen over de apostel Johannes. Binnen de kring van twaalf behoorde hij tot een bijzondere kring van drie, samen met zijn broer Jakobus en met Petrus. Johannes en Jakobus waren niet alleen de grootste ijveraars, maar kennelijk ook de meest ambitieuze discipelen. Ze vroegen via hun moeder om de voornaamste plaats in het Koninkrijk. Ds. Den Butter trok daarop een lijn naar het heden: „Een ambitie mag dan niet altijd verkeerd zijn, maar vaak is dat wel een uiting van een onvernieuwde geest. Is er onder ons niet veel ambitie: streven naar een hogere positie, naar meer erkenning, naar een grotere gemeente, naar een klinkender naam?”
Hoewel Jezus Zijn kinderen allen heeft liefgehad tot het einde, is Zijn liefde tot de ene zondaar kennelijk groter en sterker dan tot de andere, zei ds. Den Butter. „De een heeft meer talenten en krijgt meer bewijzen van Zijn liefde. Dat Johannes het dichtst bij het hart van Jezus lag, heeft ertoe geleid dat hij meer nog dan de anderen in staat was adequate kennis van Jezus door te geven. Zo is Johannes gemaakt tot wat Jezus hem wilde maken: theoloog (vooral door zijn inzicht in de waarachtige godheid van Christus), apologeet, (bloed)getuige en martelaar. Maar hij was ook de pastor: er staan scherpe dingen in zijn brieven, maar overheersend is toch de toon van hartelijke liefde, die zoekt op te beuren en te vertroosten.”
Mr. C. G. van der Staaij, Tweede-Kamerlid van de SGP, sprak over de ontmanteling van het huwelijk in de rechtsorde. Het huwelijk is ondermijnd, gedenatureerd en uitgehold, zo zette hij uiteen. De tendens zet zich door om het huwelijk zo minimalistisch mogelijk wettelijke invulling te geven en zo veel mogelijk door echtparen zelf te laten invullen. „Als deze ontwikkeling zich verder doorzet, dreigt de wettelijke regeling van het huwelijk in feite een lege wettelijke huls te worden.” In het debat over herstel van waarden en normen is er heel wat maatschappelijk protest en overheidsactiviteit op het terrein van het zesde en het achtste gebod, maar rond het zevende gebod blijft het debat „te mager en te tam.”
Ds. C. Harinck vervolgde zijn lezing over de gekruisigde Christus, ditmaal toegespitst op de prediking van de Christus. De inhoud van de prediking beslist, zo zei hij. „Paulus verkondigde geen meningen, maar een Persoon: Christus, de gekruisigde Messias.” Maar dezelfde Paulus zegt ook dat hij „de gehele raad Gods” tot zaligheid van zondaren heeft verkondigd. „Moet er dan toch niet meer gepredikt worden dan de gekruisigde Christus? Er zijn dan ook zogenaamd verlichte predikanten die Paulus hierin hebben tegengesproken. Tijdens ambtsjubilea is het openlijk gezegd: Ik heb altijd meer gepreekt dan alleen Christus. Ik zag mensen instemmend knikken. Zij zijn kennelijk veel verder gekomen dan Paulus.”
Toch houdt ds. Harinck het bij Paulus, zo zei hij. „Omdat het kruis van Christus het centrum en het fundament is van alle andere heilsfeiten en weldaden. Wat zouden Kerst, Pasen, Hemelvaart en zitten aan Gods rechterhand voor betekenis hebben zonder het kruis van Golgotha? Zonder het kruis is de menswording zonder nut. Zonder Goede Vrijdag kan er geen Pasen zijn. Het kruis werpt licht op al de andere heilsfeiten en is er het fundament van.”
Ds. Den Butter maakte namens de stuurgroep van de Haamstedeconferentie bekend dat de actuele kerkelijke kwestie in hervormde kring inzake „wel of niet afscheiden” bewust niet aan de orde komt tijdens de conferentie, conform het beleid om nooit ”Samen op Weg” in lezingen te behandelen. „De keuze van de sprekers dit jaar is geen indicatie van een bepaald beleid”, zei hij. De sprekerslijst was al samengesteld voor „de onzalige fusie” op 12 december, aldus ds. Den Butter.
Ds. C. G. Vreugdenhil, predikant van de gereformeerde gemeente te Vlissingen, besloot vanmorgen de conferentie met een preek over de verschijning van Jezus aan de Zee van Tiberias (Joh. 21:1-14). „U hoeft niet alleen te ploeteren, broeders”, zo zei hij ter opwekking. „U moet de netten uitwerpen, op Zijn bevel. Hij staat op de oever. Hij maakt dode zondaars levend door de kracht van Woord en Geest. U mag grote dingen van Hem verwachten. Maar dat leer je des te duidelijker na zo’n wanhopige nacht van vruchteloos werken. Als je op jezelf ziet, zie je lege netten, maar als je op Jezus ziet en in geloofsgehoorzaamheid Zijn bevelen opvolgt, zie je een menigte van vissen.”