ECB zoekt alibi voor zichzelf en leidt de aandacht af
Eerder deze week woonde ik een bijeenkomst bij ter gelegenheid van de afscheid van de hoofdeconoom van ABN Amro. In verschillende presentaties passeerden monetaire zaken de revue.
Het onderwerp klimaatverandering –meer specifiek de vraag of de Europese Centrale Bank (ECB) zich in de klimaatstrijd moet mengen– was niet te vermijden.
De nieuwe ECB-president Christine Lagarde is er een groot voorstander van. Ze lijkt geen toespraak te kunnen houden over welk onderwerp dan ook, zonder te noemen dat de ECB haar instrumenten moet inzetten in die strijd. De bank gaat in 2020 haar monetaire strategie evalueren. Dat is een mooie gelegenheid de kruistocht tegen klimaatverandering te verankeren, aldus de topvrouw van de bank.
Een van de sprekers was Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank. Hij is een tegenstander van het klimaatbeleid door de ECB en hem werd dus gevraagd naar zijn reactie. „Er zijn veel zaken waar de ECB een rol kan spelen”, zei hij. Ofwel: het feit dat de ECB ergens een rol in kán spelen, wil niet zeggen dat de bank dat ook móet doen.
Ik geef een extreem voorbeeld; altijd goed om een punt duidelijk te maken. Roken is slecht voor je gezondheid, dat mag ondertussen wel bekend zijn. De ECB kan een rol spelen in de campagne tegen roken. Bijvoorbeeld door zoveel geld te bieden per pakje, dat dat óf een groot deel van het aanbod van de markt afhaalt óf de prijs zodanig omhoog drukt, dan zelfs de meest verstokte roker ermee stopt. Wie wil beweren dat dat een taak is voor de centrale bank?
Klimaatverandering kan natuurlijk voor de ECB belangrijke gevolgen hebben. Denk aan economische groei of financiële stabiliteit. Maar dat zijn structurele gevolgen, op de lange termijn. Het instrumentarium van de bank wordt slechts tijdelijk ingezet, met het oog op middellange termijn. Strijd tegen klimaatverandering is bij uitstek het domein van economisch beleid en dus een taak van de overheden.
Maar er is iets anders wat mij stoort aan de overweldigende aandacht die de ECB schenkt aan de strijd tegen klimaatverandering.
In de eerste plaats lijkt het er sterk op dat de bank die krijgstocht als een soort alibi gebruikt om de rente nog veel langer op nul procent of lager te houden. Én om, wanneer ze in de toekomst ooit weer de rente zal verhogen, maar mondjesmaat de rente op te krikken. Dat is zeer onverantwoord van de ECB. Want een te lang, te royaal rentebeleid veroorzaakt in loop van de tijd allerlei ongewenste negatieve bijeffecten. Die overschaduwen de positieve effecten. Dat weet iedere centrale bankier die de monetaire geschiedenis erop naslaat.
In de tweede plaats kan ik het niet helpen die overdaad aan klimaatzorg te zien als een soort afleidingsmanoeuvre. De bank wil ons dwingen ergens anders naar te kijken dan naar waarnaar gekeken moet worden, namelijk de prestatie van de bank. Het Verdrag van Maastricht gaf de ECB de opdracht te zorgen voor prijsstabiliteit. Wat dat is mocht en mag de bank zelf bepalen. Als ik de ECB-definitie van prijsstabiliteit leg naast de jaarlijkse inflatiecijfers in de eurozone, constateer ik dat de bank in slechts één à twee jaar voldeed aan haar taak. Is dat de ongemakkelijke waarheid waar de ECB de aandacht van afleidt?
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer