Amsterdamse politie kan het werk niet aan
De capaciteit bij de politie in Amsterdam staat zo onder druk dat burgemeester Halsema, hoofdofficier van justitie Lucas en politiecommissaris Paauw zich gedwongen zien ingrijpende maatregelen te nemen. Halsema liet dat woensdag de gemeenteraad weten.
Een aantal gespecialiseerde teams wordt tijdelijk opgeheven zodat de mankracht kan worden ingezet bij de basisteams (”blauw op straat”, dat is noodhulp, wijkagenten, bemannen van politiebureaus en begeleiden van demonstraties en evenementen). Het gaat onder meer om het team dat zich richt op transportcriminaliteit in de haven en de criminele taxibranche, en om het Integraal Horecateam, dat onder meer coffeeshops controleert. De extra agenten die in de binnenstad werkten aan terugdringen van overlast, worden toegevoegd aan andere districten.
Twee politiebureaus, in de Jordaan en Watergraafsmeer, gaan ’s avonds en ’s nachts dicht. Negen overige politieposten zijn alleen open tussen 8.00 en 18.00 uur. Verspreid over de stad blijven vijf bureaus 24 uur per dag open. De maatregelen, die in eerste instantie zes maanden gaan gelden, leveren op korte termijn 15.000 diensten op voor de basisteams.
Structurele krapte
„Dit is een pijnlijke, doch welbewuste beslissing”, aldus de burgemeester. Ze wijst erop dat de politie Amsterdam al jaren kampt met structurele krapte. Het werk neemt toe, maar het aantal agenten houdt daarmee geen gelijke tred en loopt zelfs terug door ziekteverzuim en verminderd moreel. De druk is nog eens extra toegenomen na de moord op advocaat Derk Wiersum. Veel onderzoeken naar zware misdaad liggen stil en zaken die prioriteit moeten hebben, worden niet meer opgepakt.
Halsema deed een appel op de Tweede Kamer en op de minister: „De Tweede Kamer en het kabinet zullen zich moeten realiseren dat de infrastructuur van onze rechtsstaat op dit moment wel heel kwetsbaar wordt.”