Volgens de aanklager staat vast dat B. afgelopen zomer onder invloed van het verdovingsmiddel ketamine een dodelijke aanrijding veroorzaakte in Amsterdam. „Deze verdachte was volstrekt niet meer in staat om auto te rijden, maar is toch achter het stuur gekropen.”

B. reed zaterdagavond 24 augustus met ongeveer 85 kilometer per uur tegen het verkeer in de Eerste Oosterparkstraat op, waarna hij op het fietspad belandde en van achteren een 35-jarige Française op een bakfiets aanreed. De vrouw raakte zwaargewond en overleed in het ziekenhuis.

De aanklager benadrukte dat B. geen inschattingsfout of een vergissing na een enkel biertje heeft gemaakt. „Hij is tijdens het autorijden gestopt op een parkeerplaats, heeft een lijn ketamine gesnoven en is verder gereden. Hij heeft een stof genomen waarvan hij totaal van de wereld raakte en hij wist dat dat kon gebeuren.”

B. zelf zei woensdag dat hij de drugs gebruikte tegen zijn neerslachtige gevoelens. Ook op de dag van het ongeval voelde hij zich somber. „Ik kon het niet laten het te nemen”, zei hij. „Toen ik ging rijden, had ik niet het idee dat ik zo onder invloed was. Ik heb de dosering zwaar onderschat.” Na emotionele verklaringen van de nabestaanden zei hij „ongelooflijk spijt” te hebben.

Deskundigen menen dat B. aan een chronische, ernstige depressie lijdt en drugs als zelfmedicatie gebruikte. In 2016 volgde hij al een behandeling tegen drugsverslaving, zonder blijvend resultaat.

Zijn advocaten benadrukten dat de deskundigen B. als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwen. Zij vroegen de rechtbank de straf te matigen en het accent te leggen op behandeling.

De uitspraak is op 11 december.