Milosevic: Serviërs in Kosovo slachtoffer vervolging
De Serviërs in Kosovo zijn momenteel het slachtoffer van vervolging door de etnische Albanezen. Het VN–bestuur in de provincie is medeplichtig aan die „pogrom’.
Dit betoogde Slobodan Milosevic dinsdagmiddag tijdens zijn openingspleidooi voor het Joegoslavië–Tribunaal. Volgens de ex–president van Servië zijn al 300.000 etnische Serviërs uit de provincie verdreven, sinds de VN er in 1999 het bestuur overnamen. Aan de andere kant hebben zich meer dan 200.000 etnische Albanezen vanuit buurland Albanië en elders in Kosovo gevestigd.
Volgens Milosevic zijn al 150 Servisch–orthodoxe kerken in Kosovo vernietigd. De verantwaardiging in de wereld zou groot zijn, als ergens in de wereld 150 rooms–katholieke kerken, 150 moskeeën of 150 synagoges zouden worden vernield.
De Servische provincie Kosovo wordt door de VN bestuurd sinds de NAVO–bombardementen op Joegoslavië in 1999. Die moesten de aanwezigheid van een internationale troepenmacht afdwingen om een einde te maken aan de vervolging van de etnische Albanezen door het Joegoslavische leger en de Servische politie. Tijdens die NAVO–bombardementen werd de toenmalige Joegoslavische president Milosevic aangeklaagd door hoofdaanklaagster Louise Arbour van het Joegoslavië–Tribunaal.