Rekenkamer: vernieuw autobelastingen
De Algemene Rekenkamer vindt dat het kabinet de autobelastingen tegen het licht moet houden. Vrijstellingen, teruggaven en kortingen zijn bedoeld om bij te dragen aan verbetering van de luchtkwaliteit en het klimaat en om te zorgen voor een stabiele stroom aan inkomsten. Maar in de meeste gevallen worden deze hoofddoelen niet gehaald.
De Rekenkamer noemt bijvoorbeeld de regeling die het privégebruik van oudere (diesel)auto’s van de zaak met een lage dagwaarde aantrekkelijk maakt. „Dat werkt veroudering van het wagenpark in Nederland in de hand, wat uit oogpunt van luchtkwaliteits- en klimaatdoelen onwenselijk is,” aldus de onderzoekers.
Het principe van de vervuiler betaalt gaat volgens de rekenkamer ook niet op bij de motorrijtuigenbelasting (mrb) en de belasting van personenauto’s en motorrijtuigen (bpm). Automobilisten die weinig rijden, betalen net zo veel als de grootgebruikers. Deze belastingen zijn daarnaast niet gebaseerd op uitstoot van koolstofdioxide (CO2), waardoor de tarieven niet gekoppeld kunnen worden aan uitstoot.
Als de autobelastingen niet worden aangepast, zullen de inkomsten volgens de onderzoekers teruglopen. „Hoe meer elektrische auto’s, hoe minder benzine- en dieselauto’s er zijn. Daardoor komt er minder bpm binnen en minder accijns, omdat er minder wordt getankt,” aldus een woordvoerder van de Rekenkamer.
Verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën) zegt een aantal van de bijzondere regelingen te willen heroverwegen. Hij erkent dat de maatregelen niet altijd voor de juiste prikkels zorgen om de schone keuze te maken. „Daarnaast kunnen deze bijzondere regelingen leiden tot ongelijke belastingdruk tussen burgers en bedrijven en maken ze het stelsel complexer”, aldus Snel.
Momenteel kennen de autobelastingen 54 vrijstellingen, teruggaven en kortingen. Er zijn bijvoorbeeld regelingen voor bestelauto’s oldtimers, taxi’s en brandweerauto’s. In totaal is daarmee een bedrag gemoeid van ongeveer 2 miljard euro in 2018. Volgens de rekenkamer moet het kabinet de bijzondere regelingen heroverwegen als zij niet bijdragen aan de hoofddoelen van de autobelastingen en ook geen andere reden hebben.