Verbod op naam aanklager in liquidatieproces
Het gerechtshof Amsterdam heeft journalisten woensdag verboden de naam van de advocaat-generaal (aanklager in hoger beroep) te noemen in het proces rond de moord op de broer van kroongetuige Nabil B. Veiligheidsredenen maken dit volgens het hof noodzakelijk. De pers zou ook terughoudend moeten zijn met het bij naam noemen van de betrokken raadsheren, vindt het hof.
Eerder verbood het hof al dat er beeld- en geluidsopnames van de zitting worden gemaakt. De zitting vindt plaats in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp. Na protesten van onder meer de Nederlandse Vereniging van Journalisten beperkte het hof het verbod tot het maken van beelden van de zitting; geluidsopnames mogen wel.
Een verbod op het noemen van namen is hoogst uitzonderlijk, zo niet ongekend. De advocaat van nabestaanden van slachtoffer Reduan B. protesteerde heftig tegen het feit dat het hof zijn naam wel noemde. Volgens het hof had hij vooraf een verzoek moeten indienen om dat niet te doen.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten noemt de maatregelen onnodig en een verkeerd signaal. „We moeten niet naar een samenleving waarin rechters en OM anoniem optreden in dit soort zaken”, zegt secretaris Thomas Bruning tegen vakblad Villamedia.
B. werd op 28 maart 2018 doodgeschoten in Amsterdam-Noord, vermoedelijk in opdracht van de voortvluchtige crimineel Ridouan Taghi. Kroongetuige Nabil B. heeft tegen Taghi en medeverdachten verklaard. In september werd B.’s advocaat Derk Wiersum doodgeschoten.
Bruning zegt te vrezen dat straks alleen rechtbankjournalisten bij naam bekend zijn en daardoor gevaar lopen.