Blik op het Midden-Oosten: Iran is een winnaar totdat boze burgers alles weer afbreken
Als de opstanden in het Midden-Oosten één winnaar hebben, is het wel Iran. Dat land heeft zijn invloed in de regio flink uitgebreid. Maar intern staat de Islamitische Republiek op springen.
Een simpele blik op de kaart volstaat. De sjiitische as is een feit. Van de Perzische golf in het oosten, via Irak en Syrië tot aan de kust van de Middellandse Zee in het westen, loopt er vandaag de dag een doorgaande route door het Midden-Oosten waar sjiitische elementen het voor het zeggen hebben.
Het is fascinerend om te zien hoe dat proces zich voltrok. Een hele serie gelekte ambtsberichten, vorige week gepubliceerd door The Intercept en The New York Times, maakt pijnlijk duidelijk hoe Iran de laatste vijftien jaar wist te infiltreren in zo ongeveer elke vezel van de Iraakse samenleving. Of het nu is op politiek, economisch of religieus gebied: Iran deelt de lakens uit. Sleutelfiguren in de Iraakse samenleving, tot aan premier Adil Abdul-Mahdi toe, hebben vaak een „speciale relatie” met Iran.
Een rapport van het Britse International Institute for Strategic Studies dat begin deze maand verscheen, concludeert precies hetzelfde. Hoewel Irans rivalen, zoals Saudi-Arabië en andere Golfstaten, miljarden aan westerse steun ontvingen, is het Iran dat de regionale politiek naar zijn hand zet.
Vooral de Iraanse generaal Qasem Suleimani is een grote naam in dit geopolitieke spel. Met zijn Quds Force (Jeruzalem Strijdkrachten) bepaalt Suleimani in hoge mate wat er gebeurt. Suleimani hoeft geen verantwoording af te leggen aan de president, maar valt rechtstreeks onder de Opperste Leider ayatollah Ali Khamenei.
De conclusie is onontkoombaar: Iran is een winnaar. Geen enkele andere staat of partij heeft zo kunnen profiteren van de Arabische opstanden als de Islamitische Republiek.
Maar daarmee is niet alles gezegd. Op het hoogtepunt van de macht van Iran komt de achilleshiel in zicht. Dat is het volk. De opstanden in Irak en Libanon zijn grotendeels ingegeven door anti-Iraanse sentimenten. Veel demonstranten in Irak en Libanon zijn het meer dan zat dat hun land wordt gedicteerd vanuit Teheran. Iraanse kantoren in Irak werden de afgelopen weken platgebrand.
En die onrust beperkt zich niet tot Irak en Libanon. Ook in Iran zelf steken protesten steeds de kop op. Die worden keihard neergeslagen, zoveel mogelijk buiten het zicht van camera’s. Toch gingen demonstranten vorige week de straat op.
Het laat zich raden dat er een moment komt waarop zelfs de snoeiharde repressie niet meer afdoende is. Op dat moment is de implosie van het regime onvermijdelijk. Het probleem is alleen: niemand weet wanneer dat zal zijn. Al sinds 1979, toen de Islamitische Revolutie om zich heen greep in Iran, wordt gehoopt op zo’n contrarevolutie.
Het is duidelijk dat een omwenteling van binnenuit veel meer kans van slagen heeft dan een oorlog van buitenaf. Zodra de interne opstanden te groot worden, valt het Iraanse regime in zijn eigen zwaard. Het is de ironie van de geschiedenis: Iran heeft de laatste jaren aan invloed kunnen winnen met dank aan de opstanden van het Arabische volk. Maar als het verliest, zal dat waarschijnlijk zijn door toedoen van het volk in eigen land.