Zicht op Christus geeft diepste vernedering
Niets is bij machte de zondaar dieper te vernederen dan een gezicht op de gekruisigde Christus. Maar ook niets is bij machte om de zondaar sterker te vertroosten dan een gezicht op Hem. Ds. C. Harinck zei maandag tijdens de twintigste Haamstedeconferentie dat het nodig is de blik op onszelf te slaan, maar er is méér. „Een blik op onszelf én een blik op de gekruisigde Christus bewaren zowel voor vermetelheid aan de ene zijde, als voor wanhoop aan de andere zijde.”
In een tweetal lezingen staat de emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten dezer dagen in Elspeet stil bij ”Christus de Gekruisigde”. „De verkondiging van Christus de Gekruisigde roept weerstand op onder de mensen. Of je nu Jood bent of Griek, beschaafd of onbeschaafd, godsdienstig of ongodsdienstig. Het vernedert de intellectuele trots van de Griek en de vrome trots van de Jood. Indien dit element van het kruis van Christus nooit door u gevoeld is en indien dit nooit ergernis heeft opgeroepen in uw hart, dan hebt u nog nooit in waarheid op dat kruis van Christus gezien. Ja, dan hebt u nooit de waarheid omtrent uzelf geleerd, namelijk dat u een kruisiger bent van de Heere der heerlijkheid.”
Het kruis van Golgotha is geen tragedie of onopgelost raadsel, zei ds. Harinck, maar is de weg naar het grote doel dat God van eeuwigheid voor ogen stond, namelijk om door de dood van Zijn Zoon, de Middelaar Jezus Christus, al Zijn volmaaktheden bekend te maken, satan de kop te vermorzelen en een gemeente van zondaren zalig te maken. „Zaligheid door de gekruisigde Christus is van alle eeuwigheid de centrale gedachte van Gods raad tot verlossing van de gevallen mens. Het is het centrum van de gehele heilsgeschiedenis. Het kruis is de grootste daad die de drie-enige God ooit heeft ondernomen.”
Ds. K. ten Klooster, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) in Ridderkerk, opende de conferentie met een meditatie over 1 Timótheüs 4:16: „Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.” De eerste verantwoordelijkheid ligt hier bij de persoonlijke tucht van de dienaar des Woords en de vraag of hij zelf wel zaligmakend deel heeft aan Christus. Het betekent ook de oefening in de Schriften. „Hoe gaat u met de Bijbel om? Kennen we het dagelijks onderzoek, en dan niet alleen voor de tekst waar we zondag over preken? We kunnen de Schrift kwijtkraken door de moderne kritiek, maar ook door onze nalatigheid.” En hoe staat het met het gebed? „Ds. Tukker zei dat hij de meeste zegen had op de prediking wanneer hij een krachtig gebed had voor de kansel en in de studeerkamer. We halen graag Luther aan die drie uur per dag bad, maar ik meen dat hij maar weinig navolgers heeft op dit punt.”
Ds. A. van der Zwan, christelijk gereformeerd predikant in Sliedrecht, sprak over de Schotse puritein Robert Traill (1642-1716). Deze liet in de nadagen van het puritanisme, toen de prediking steeds meer een legalistische inslag kreeg, een zuiver reformatorisch geluid horen, vooral als het gaat over de verhouding van Wet en Evangelie. Verschillende misverstanden en dwalingen komen voort uit de vermenging van Wet en Evangelie. „Traill spant zich in om duidelijk te stellen dat wij onszelf op geen enkele manier geschikt kunnen maken voor de Heere, zodat we op grond van iets van onszelf gerechtvaardigd zouden worden.” Als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest er zo veel voor over gehad hebben om zondaren te verlossen, zou het een grote dwaasheid zijn om daar klein van te denken. „Alleen, het is dan wel nodig dat zondaren door geloof gebruikmaken van de gerechtigheid die Christus heeft aangebracht. Dit is dé grote scheidslijn die de mensheid in tweeën deelt.”
Traills boekje ”Justification Vindicated” noemde ds. Van der Zwan een juweeltje van reformatorische theologie. „Zou er dan niet meer te zeggen zijn over het geloof? Zou er niet meer te schrijven geweest zijn over het werk van de Heilige Geest in het brengen tot geloof en over zoiets als de toeleidende weg? Ongetwijfeld. Maar dat was niet waar het Traill in zíjn situatie om ging. Het ging hem om de radicaliteit van onze zonde en van Gods genade en om het vrije karakter van die genade. Hij was daarin een voorbeeld voor de Marrowmen, die dertig jaar later dezelfde strijd als hij te voeren hadden. En ook voor ons is het werk van Traill in dit opzicht van blijvende waarde.”
Dr. W. van Vlastuin, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) in Katwijk aan Zee, sprak over het huwelijk als „een heilige orde.” Het huwelijk is gegrond in de scheppingsorde. „Het kan niemand ontgaan welke grote plaats de schepping van de mens in het algemeen en de plaats van het huwelijk in het bijzonder in de eerste twee hoofdstukken van de Schrift inneemt. In deze hoofdstukken komen kerk en staat nog niet aan de orde, maar wel het huwelijk. In het huwelijk liggen in wezen de ordeningen van kerk, staat en cultuur opgesloten.”
De Katwijkse predikant wees op de eenheid in het huwelijk, zoals Adam en en Eva één vlees waren. In het huwelijk leven geen twee individuen met hun eigen belangen, maar in het huwelijk bestaat een eenheid van wil en van verlangen. „Het schijnt vandaag het hoogste ideaal te zijn dat we aan zelfverwerkelijking doen en dat het huwelijk ons daarbij in ieder geval niet mag hinderen. Wíj willen in het huwelijk aan onze trekken komen en vooral onze eigen gang blijven gaan. De overheid bevordert deze goddeloze manier van denken. We krijgen nog wel eens formulieren waarop de namen van twee partners moeten worden ingevuld. Man en vrouw blijven apart geregistreerd en ze dienen hun eigen inkomen te hebben. Dit is een totale miskenning van het huwelijk. Een partner is en blijft een ander.”
Door het huwelijk gaan we over tot een nieuwe staat des levens. Deze staat valt nooit meer ongedaan te maken. „De staat van het huwelijk is dan ook principieel onontbindbaar. Het huwelijk is niet van ons, maar van de Heere. Hij heeft ons tot deze heilige staat van het huwelijk geroepen. Zal de mens in zijn brutale vermetelheid scheiden wat God heeft samengevoegd? Scheiding is ten diepste een aantasting van Gods scheppingsorde. Gods eer wordt aangerand. Men verscheurt niet alleen het eigen lichaam, maar ook het lichaam van Christus.”
Hoe groot het geheimenis van het huwelijk ook is, het spreekt ons volgens dr. Van Vlastuin tegelijkertijd van een geheimenis dat nog grootser, dieper en heerlijker is. „Het huwelijk ziet op Christus en Zijn gemeente. Van Christus’ gemeente mag worden gezegd dat zij leden van Zijn lichaam zijn en vlees van Zijn vlees. Het aardse huwelijk krijgt daarmee een geestelijke diepte. De eenheid van man en vrouw verwijst ons naar de gemeenschap van Christus met Zijn kerk. Misschien mogen we het ook wel omdraaien. Ons huwelijk is een afbeelding van deze geestelijke werkelijkheid. Zoals de aardse bruidegom zijn bruid liefheeft als zijn eigen lichaam, zo heeft de hemelse Bruidegom Zijn bruid lief als Zijn lichaam.”