Met 73 jaar kersverse wethouder Bunschoten
SGP’er Huig van Barneveld (73) is donderdag wethouder geworden van het nieuwe college van de Utrechtse gemeente Bunschoten. Wie is hij en wat wil hij bereiken?
Toen de SGP na twintig jaar van afwezigheid in 2014 twee zetels in de gemeenteraad veroverde, bezette Van Barneveld één van die zetels.
Nu de SGP deze week voor het eerst in het college van burgemeesters en wethouders belandde, zit Van Barneveld er ook weer bij.
Donderdag is hij aangesteld als wethouder van het nieuwe college, samen met zijn collega’s van de drie coalitiepartijen: VVD, CDA en CAP.
Wat vindt u van het vertrek van de CU? Dat heeft de SGP immers wel in het college gebracht.
„Op zich vind ik het jammer dat ze vertrok; we waarderen de partij zeer. Vooral op ethisch gebied kunnen we elkaar goed vinden, bijvoorbeeld wat betreft de zondagsrust.
Tegelijkertijd zagen we al twee jaar dat het niet boterde tussen de twee coalitiepartijen CU en de VVD. Op financieel vlak –denk aan financiering van de zorg– kon de VVD het beter met ons vinden dan met de CU. Net als de VVD willen wij ons op de kerntaken van de zorg richten. Dat is nodig om de zorg betaalbaar te houden. De CU is meer van de sociale lijn, dus relatief veel mensen zorg bieden.”
Kunt u als wethouder meer invloed uitoefenen op de besluitvorming dan in uw rol als voorzitter van de SGP-kiesvereniging?
„De hoofdlijnen liggen op zich al vast in het coalitieakkoord. Zo blijft de zondagsrust gehandhaafd. Dat hebben we vooraf met de coalitiepartijen afgesproken. Maar binnen dat raamwerk moet je handelen. Bepaalde accenten kun je toch makkelijker leggen als je aan de bestuurderskant zit. Dus ja, iets meer invloed heeft de SGP nu wel.”
U gaat zich als wethouder vooral richten op de openbare ruimte. Wat wilt u bereiken?
„Per 1 januari 2021 gaat de Omgevingswet in. Dat is een nieuwe, grote wet waarin circa veertig eerdere wetten zijn gebundeld. Ik zie het als een grote uitdaging om hiervoor alles op tijd te regelen. De wet heeft een grote invloed op gemeentelijke organisaties en de ontwikkeling van bouwprojecten.”
U wordt wethouder voor 0,5 fte. Verwacht u het werk ook in tweeënhalve dag te kunnen doen?
„Zeker in de inwerkperiode verwacht ik meer tijd nodig te hebben, voor het inlezen van allerlei dossiers bijvoorbeeld. Bovendien vragen raads- en commissievergaderingen veel tijd.”
U bent inmiddels 73. Heeft u niet de behoefte om het rustiger aan te gaan doen?
„Mijn energie is inderdaad beperkt. Daarom vraag ik de Heere om kracht, voor mij en voor mijn vrouw.”