Sudan levert wanprestatie in Darfur
Sudan voldoet niet aan de eisen die de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties eind juli heeft gesteld. De raad dreigde 30 juli in resolutie 1556 met „verdere actie” tegen Sudan indien de regering in Khartoem niet onmiddellijk alle beperkingen voor buitenlandse hulp aan Darfur zou opheffen. Ook zou de regering in een maand tijd de beruchte Janjaweed-milities moeten ontwapenen en moeten optreden tegen de leiders van die milities.
Verkrachtingen van vrouwen en meisjes en andere vormen van terreur worden nog steeds op grote schaal gepleegd in westelijk Darfur. Dat zei maandag VN-functionaris Dennis McNamara op een persconferentie in Nairobi. De ontheemde en op de vlucht gedreven mensen zijn volgens McNamara getraumatiseerd. Hij zei dat de Sudanese regering overduidelijk niet genoeg doet om burgers in de streek te beschermen.
Hulpverleners zijn ook van mening dat Sudan maandag op de uiterste datum die de Veiligheidsraad gaf, volstrekt niet aan de eisen van de raad heeft voldaan. Salah ed-Din Sir al-Khatim Ali bijvoorbeeld stelde zondag dat de omstandigheden die leidden tot de vlucht van de bewoners van Darfur, nog ongewijzigd zijn. Hij is chef van het comité dat zou helpen bij de vrijwillige terugkeer van vluchtelingen en ontheemden. Hij meende evenwel dat de mensen beter nog niet kunnen terugkeren.
De VN-Veiligheidsraad in New York buigt zich later deze week over de toestand in Sudan. De speciale VN-gezant voor Sudan, de Nederlander Pronk, presenteert donderdag achter gesloten deuren een rapport aan de raad over in hoeverre Khartoem aan de eisen van de VN heeft voldaan. Pronk was maandag in New York om verslag uit de te brengen aan VN-secretaris-generaal Kofi Annan.
Diplomaten in New York nemen aan dat niet onmiddellijk besluiten zullen worden genomen en/of stappen worden aangekondigd omdat de internationale gemeenschap verdeeld is.
Deze regio is al geruime tijd het toneel van gruweldaden. Net als in het zuiden van het land pogen hier extremistische Arabische Sudanezen met steun van de regering de zwart-Afrikaanse stammen uit de weg te ruimen. Het verzet tegen deze etnische zuiveringen kwam anderhalf jaar geleden in Darfur goed op gang.
De verzetsbewegingen SLM en JEM (respectievelijk Sudanese Bevijdingsbeweging en Recht- en Gelijkheidsbeweging) bestrijden de door de regering gesteunde Janjaweed. Dat zijn bendes die met moorden, verkrachtingen, verminkingen en verwoestingen de plaatselijke stammen verjagen.
Khartoem deed de SLN en de JEM af als bandieten tot enkele geslaagde aanvallen op een militaire basis bij al-Fasher in april 2003 het conflict op de spits dreven. De SLN en de JEM voeren weer overleg met de Sudanese regering in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja.
De bewegingen onderbraken in het weekeinde de gesprekken uit protest tegen nieuwe aanvallen op burgers door zowel regeringstroepen als de Janjaweed. De bewegingen menen dat alleen internationale sancties de regering tot inwilliging van de eisen van de VN kunnen brengen.
De Afrikaanse Unie (AU) poogt ondertussen wat nood te lenigen. Maandag zijn Nigeriaanse militairen naar de streek vertrokken om namens de AU vooral AU-waarnemers in de streek te beschermen. De ruim 150 Nigerianen voegen zich in noordelijk Darfur bij 150 Rwandese militairen van de AU-missie. Maar de AU wil meer doen. Nigeria heeft Sudan vooralsnog vergeefs gevraagd zeker 3000 man toe te laten die een breder mandaat moeten krijgen.
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties maakte maandag bekend dat acht Sudanese hulpverleners in de crisisregio Darfur worden vermist. De acht zaten in een dorp 85 kilometer van Al-Fasher, de grootste stad in de West-Sudanese regio, om daklozen te registreren, meldde een WFP-woordvoerster in Rome. De acht worden sinds zaterdag vermist. Het WFP organiseerde een zoektocht, maar zandstormen hielden helikopters aan de grond.