Tekort politie grootst in Randstad
De politie moet zelf pijnlijke, moeilijke keuzes maken om te voorkomen dat de onderbezette politie onder al haar taken bezwijkt. Dat zei verantwoordelijk minister Ferd Grapperhaus donderdag. Hoe groot is het tekort en waar wordt die het sterkst gevoeld? Een overzicht van de cijfers.
De politie kampt volgens de Algemene Rekenkamer met een uitstroom van 17.000 voltijdbanen (fte) van 2019 tot en met 2023. Veel agenten gaan de komende jaren met pensioen. Ter vergelijking: er zijn momenteel ruim 51.500 voltijdbanen voor politieagenten.
De eenheid van Utrecht en Flevoland (Midden-Nederland) had eind 2018 het grootste tekort, van 160 mensen. Ook Den Haag en Rotterdam kampten met een tekort. De Rekenkamer verwacht dat meer regio’s aan zullen sluiten. De eenheden van Amsterdam en Zeeland-West-Brabant waren vorig jaar al dicht in de buurt van een tekort.
Justitieminister Ferd Grapperhaus verwacht dat het tekort pas in 2022 is opgelost, schreef hij eerder in een Kamerbrief. Tegelijk wil hij het aantal agenten met ruim 1100 voltijdsbanen uitbreiden. De Rekenkamer betwijfelt of deze ambitie waargemaakt kan worden, ook omdat er krapte heerst op de arbeidsmarkt.
De politie is bezig met het aantrekken van nieuw personeel. In 2018 kwamen er inclusief aspiranten 73 voltijdbanen bij. Maar volgens de Rekenkamer zullen de aspiranten pas in 2020 of 2021 volledig inzetbaar zijn, omdat ze eerst moeten worden opgeleid. Exclusief aspiranten kromp het aantal agenten met ruim 670 voltijdbanen.
Ook worden ervaren politieagenten ingezet om deze aspiranten op te leiden waardoor zij geen politiewerk doen, schreef Grapperhaus eerder. Om tijdelijke tekorten op te vangen heeft de regering 91 miljoen euro vrijgemaakt. Dit bedrag zal onder meer worden gebruikt om politieagenten langer vast te houden als ze met pensioen gaan en om oud-medewerkers te verleiden weer terug te komen.