Dat meldt minister Wopke Hoekstra (Financiën) aan de Tweede Kamer. Na aftrek van alle gemaakte kosten, waaronder ook een schikking met de Saudische belastingdienst, resteert een opbrengst voor de staatskas van 411 miljoen euro. Hoewel dat lang niet voldoende is om de oorspronkelijke kapitaaluitgaven van ruim 2,6 miljard euro terug te verdienen, spreekt Hoekstra van „een positieve ontwikkeling.”

De overheid greep in het najaar van 2008 in bij Fortis, dat een jaar eerder ABN AMRO had overgenomen samen met Royal Bank of Scotland en Banco Santander. Onzekerheid over de financiële gevolgen van die miljardendeal en een plotselinge verdieping van de mondiale kredietcrisis dreigden het Nederlands-Belgische concern kopje onder te duwen.

Nederland nam daarmee ook de plaats in van Fortis als aandeelhouder van RFS Holdings. Daarin had het bankentrio bezittingen ondergebracht die na de opdeling van ABN AMRO waren overgebleven, waaronder een flink belang in Saudi Hollandi Bank. Die bank, de oudste van Saudi-Arabië, was in 1926 opgericht door een voorloper van ABN AMRO.

Het is steeds de bedoeling geweest het belang te gelde te maken, maar het lukte lange tijd niet er een koper voor te vinden. Vorig jaar kwam het alsnog tot een fusie met het beursgenoteerde SABB, en ontstond de mogelijkheid de aandelen te verkopen. Een deel van de stukken is via de beurs in Riyad verkocht, de rest via een onderhandse transactie met een niet nader genoemde partij.

„Hiermee is de bijzondere situatie beëindigd waarbij de Nederlandse staat een belang had in een Saudische bank”, aldus Hoekstra. „Daarnaast is met de afronding van de verkoop van SABB het laatste belang verkocht dat de staat nog had naast ABN AMRO en de Volksbank.”