’Verdachte moord taxichauffeur onbehandelbaar’
De man die verdacht wordt van de moord op de 62–jarige taxichauffeur A. Jansen in februari 2002, is volgens nieuw psychiatrisch onderzoek niet te behandelen met tbs. Dat bleek maandag tijdens de behandeling van de zaak tegen de 32–jarige verdachte T.H. voor de rechtbank in Rotterdam.
De psychiater concludeert dat het wel mogelijk zou zijn om tbs op te leggen om de maatschappij tegen H. te beschermen. Volgens de advocaat van de verdachte mr. F. van Ardenne kan daar juridisch gezien geen sprake van zijn, omdat tbs gericht is op terugkeer in de maatschappij. „Bovendien is mijn cliënt door de psychiater licht verminderd toerekeningsvatbaar verklaard en bij zo’n indicatie is het hoogst ongebruikelijk om een tbs met dwangverpleging op te leggen", aldus Van Ardenne.
Daarnaast gaf de advocaat aan dat het psychologisch onderzoek dat het Pieter Baan Centrum naar de man deed, inmiddels meer dan een jaar oud is. Hierdoor is het niet meer mogelijk om het document te gebruiken als basis voor een tbs–veroordeling.
De behandeling van de zaak liep in maart dit jaar vertraging op toen bleek dat het psychiatrisch onderzoek in het PBC was uitgevoerd door een assistent–psychiater. De observatiekliniek van justitie concludeerde toen dat H. sterk verminderd toerekeningsvatbaar was, waardoor wel tbs opgelegd kan worden. De rechtbank kon op basis van die rapportage geen uitspraak doen en gaf een onafhankelijke psychiater opdracht de verdachte opnieuw te onderzoeken.
De eis van het Openbaar Ministerie bleef onveranderd staan op tien jaar gevangenisstraf en tbs. Voor de rechtbank zijn er nu twee mogelijkheden. Of ze veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf zonder tbs, of ze laat het psychologisch onderzoek opnieuw uitvoeren en gaat dan over tot een oordeel.
Uitspraak 13 september.