Verdachten Ruinerwold in januari voor rechter
De twee verdachten in de zaak-Ruinerwold verschijnen op 21 januari voor het eerst voor de rechter in Assen. Het gaat dan nog niet om een inhoudelijke behandeling van de zaak. De 67-jarige Gerrit-Jan van D. en de 58-jarige Josef B. worden verdacht van wederrechtelijke vrijheidsberoving, het benadelen van de gezondheid van anderen (mishandeling) en witwassen.
Van D. geldt vooralsnog als de vader van de zes jongvolwassenen met wie hij een teruggetrokken leven leidde in een boerderij in het Drentse Ruinerwold. Het Openbaar Ministerie (OM) wil aan de hand van een DNA-onderzoek vaststellen of het gezelschap ook daadwerkelijk familie van elkaar is. Josef B. is de huurder van de boerderij en wordt de klusjesman genoemd.
De twee zitten nog altijd in beperkingen, wat inhoudt dat ze alleen contact mogen hebben met hun advocaat en dat zowel die als het OM geen inhoudelijke mededelingen over de zaak mag doen.
Half oktober kwam de zaak aan het rollen nadat de 25-jarige zoon enkele keren was opgedoken in een dorpskroeg in Ruinerwold. Toen hij zijn verhaal deed aan de barman schakelde die de politie in.