Kleinste demonstratie vóór Zwarte Piet is aanvechtbaar
Apeldoorn veranderde zaterdag in een vesting. Niet omdat er koninklijk bezoek verwacht werd, maar omdat de stad was uitgekozen als plaats van de landelijke intocht van Sinterklaas. Roadblocks, afzettingen, tassencontroles en een leger van politieagenten en marechaussees; alles was in het werk gesteld om de veiligheid van de bezoekers te garanderen.
De reden is dat Sinterklaas –en vooral de pieten– omstreden zijn. Daarom is een landelijke intocht tegenwoordig zeker zo risicovol als een voetbalwedstrijd met verwachte vechtpartijen tussen aanhangers van beide clubs.
Zo ver zijn we in Nederland blijkbaar al gezonken dat een kinderfeest het epicentrum is geworden van maatschappelijke onenigheid. En dan draait het natuurlijk om de kleur van piet. Omdat in Apeldoorn alle officiële pieten, roetveegpieten waren, werd gevreesd voor demonstraties van mensen die vinden dat Zwarte Piet zwart moet zijn en blijven.
Die demonstraties waren er. Niet massaal, maar een groepje zwart gesminkte demonstranten liet geen onduidelijkheid bestaan over hun standpunt. Ze noemden zichzelf de echte zwarte pieten en de roetveegpieten NSB-pieten. De toon was letterlijk en figuurlijk gezet. Overigens, als de Tweede Wereldoorlog als argument in een discussie wordt genoemd, is het zaak uiterst kritisch te zijn. Vrijwel altijd overschreeuwen demonstranten zich dan omdat het doel waarvoor of waartegen ze demonstreren simpelweg te klein is.
Het is duidelijk dat de onvrede bij de demonstranten dieper zit dan boosheid over het ‘verblanken’ van Zwarte Piet. Het sinterklaasfeest wordt ieder jaar weer aangegrepen om ontevredenheid te ventileren met tal van zaken in de maatschappij, zoals de immigratiepolitiek van de regering en de vermeende teloorgang van tal van tradities die de demonstranten onopgeefbaar vinden. Zo lopen ze ook te hoop tegen winkels die geen kerstbomen meer verkopen, maar winterbomen. Die zouden zwichten voor de druk van moslims om Kerst los te maken uit zijn christelijke context.
Laat volstrekt duidelijk zijn dat zelfs de geringste vorm van racisme zonde is. Alleen daarom al is ook de kleinste demonstratie vóór Zwarte Piet niet alleen onnodig maar ook aanvechtbaar. De kinderen die namelijk in de war zouden raken, zien het verschil niet eens tussen een zwarte piet en een roetveegpiet. Het zijn alleen de volwassenen die zich er druk over maken. Die hebben zich dan ook af te vragen met welk doel ze nu eigenlijk demonstreren en of dat doel alle ophef ook echt waard is. De vraag stellen, is haar beantwoorden.
In Utrecht hadden de ruim 11.000 demonstranten bij de Mars voor het Leven geen drukte nodig om duidelijk te maken waarvoor ze staan. Roadblocks waren daar overbodig.
Het contrast met de getroffen veiligheidsmaatregelen in Apeldoorn kon moeilijk groter zijn.