Geschiedenis

Raadsels rond de ”Maaslandse Maria” opgelost

Intensief speurwerk en reizen naar Noorwegen en Frans en Spaans Catalonië leggen geheimen bloot van een middeleeuws beeld. Museum Catharijneconvent neemt de bezoeker op sleeptouw, achter kunsthistoricus Micha Leeflang en haar ”Maaslandse Maria” aan.

Aad van Toor
15 November 2019 22:30Gewijzigd op 16 November 2020 17:31
Romaans kerkje Saint Vincent in La Llagonne (Frans Catalonië).  beeld Wikipedia
Romaans kerkje Saint Vincent in La Llagonne (Frans Catalonië).  beeld Wikipedia

Vooraf, dit is een rooms verhaal. Natúúrlijk is dit een rooms verhaal, want in de hoge middeleeuwen (1100-1350) is er in West-Europa maar één kerk, de rooms-katholieke. Er is nog geen Reformatie, nog geen Afscheiding, Vrijmaking noch versplintering. De enige kerkelijke breuk is die in 1054 –het Oosters Schisma–, die christenen uit het Oosten en het Westen verdeelt.

Er is in de Lage Landen uit die hoge middeleeuwen opvallend weinig kerkelijke kunst overgebleven. Oorlogen, natuurrampen, maar vooral de Reformatie en de Beeldenstorm woeden fel en hevig en ontzien de kunstwerken niet. En kunst is in die tijd bij uitstek kerkelijke kunst. Want hoewel ridders en andere edelen hun liefhebberij voor rauwe strijd langzaamaan inruilen voor verfijnde hoofse hofmakerij, is de kunst dan nog vooral terrein van de kerk. Het gaat veelal om muurschilderingen, gebrandschilderd glas, beeldhouwwerk, altaarstukken en religieuze attributen. De kunst maar ook de kunstenaar is dienstbaar aan kerk en devotie. Namen van kunstenaars zijn nauwelijks bekend, zij werken pro Deo, voor God. Niet gratis, maar zonder te streven naar persoonlijke eer en roem.

Om de overgebleven kunstwerken te duiden, worden pas in latere tijd etiketten geplakt. Met ”De diva van de Sognefjord” bijvoorbeeld weet de kunstkenner precies om welke sculptuur het gaat. Het ontleent zijn naam aan de plaats waar het staat, in Hove aan het Noorse Sognefjord. De ”Espona-madonna” is vernoemd naar de collectie van Jaume Espona uit het Spaanse Catalonië.

Oeroude stukken

Museum Catharijneconvent heeft enkele van die oeroude stukken in bezit. Vanaf haar komst naar het Utrechtse museum, in 2007, drentelt conservator Micha Leeflang al rond één daarvan: de ”Maaslandse Maria”. Het moet bijna 800 jaar oud zijn en volgens deskundigen afkomstig uit een kerk aan de Nederrijn of de Moezel (het Maasgebied). De handen zijn eraf, het kind op haar schoot is verdwenen, maar de oorspronkelijke polychromie en bladgoud zijn grotendeels aanwezig. Boven in het hoofd bevindt zich een taps toelopende holte, een ruimte voor relieken. En dat is zo ongeveer wat bekend is over het beeld. Het prikkelt Leeflangs nieuwsgierigheid. Waar heeft het beeld gestaan? Ongetwijfeld in een kerk, de plaats waar dergelijke sculpturen thuishoorden. Maar hoe zag het eruit; het beeld zal toch een context hebben gehad? Beelden praten niet en geschreven bronnen over die context zijn redelijk zeldzaam. Dus blijft deze Maaslandse Maria omgeven door een waas van veronderstellingen. Het beeld laat Leeflang niet los. Of is het andersom?

Oorspronkelijke omgeving

Voor oude kerkelijke kunst uit de hoge middeleeuwen moet je eigenlijk in landen als Spanje, Italië en Noorwegen zijn. Daar is veel meer bewaard gebleven, soms zelfs in hun oorspronkelijke omgeving. Beschermd achter de bergkammen van de Pyreneeën in het zuiden en de fjorden in het noorden zijn de stukken goed bewaard gebleven, vooral in afgelegen dorpskerken.

De houten staafkerk van Hopperstad in Noorwegen bijvoorbeeld dateert uit de twaalfde en dertiende eeuw en geeft een goed beeld hoe de kerkelijke kunstschatten er een plaats hadden. In de kerk van Santa Maria in het Italiaanse Valle Porclaneta is de inrichting uit de twaalfde en dertiende eeuw grotendeels bewaard gebleven; preekstoel, koorafscheiding en altaaroverkapping. En in diverse musea –niet het minst in het Catalaanse Vic en het Noorse Bergen– zijn nog veel religieuze voorwerpen te vinden; liturgisch vaatwerk, reliekschrijnen en kerkelijke kleding.

Leeflang heeft contact met de Nederlandse Justin Kroesen, hoogleraar materiële cultuur van het christendom aan de universiteit in Bergen, en Marc Sureda i Jubani, de conservator van het Episcopaals museum in het Catalaanse Vic (Spanje). Over één ding zijn ze het roerend eens. Er zijn ongelooflijke overeenkomsten tussen de oude kerkelijke kunst in Spanje en Noorwegen. Dezelfde typen, vormen, stijlen en beeldtaal. Op afbeeldingen dezelfde langgerekte handen en vingers, roodbruine krullende lokken en wenkbrauwen die in één lijn doorlopen en de neus vormen.

Netwerken

Micha Leeflang: „Het betreft een afstand van zo’n 3000 kilometer. Maar er werd in die tijd blijkbaar veel meer gereisd dan wij altijd dachten. Pelgrims, kooplieden en geestelijken bouwden een omvangrijk netwerk op tussen de landen in Noord- en Zuid-Europa. Een ander aspect was dat de wereldkerk vanuit Rome werd aangestuurd. Rome bepaalde het interieur van de kerk, de gebruikte symbolen en de liturgie. Zo ontstond één beeldtaal en konden we reconstrueren hoe de kerkelijke kunstschatten in de Lage Landen eruitzagen.” De Maaslandse Maria kreeg als het ware een jasje om zich heen.

Het centrale liturgische punt in de kerk is het altaar. Daar gebeurt het; de kaarsen flakkeren, daar hangt de geur van wierook, klinkt het gregoriaans gezang, daar staan de geestelijken en glinstert het liturgisch vaatwerk. Hoe de middeleeuwse kerkganger het geheel ervaarde, is overigens niet meer na te gaan. Het zal zeker indruk hebben gemaakt en omgeven zijn geweest met een sfeer van goddelijk mysterie.

De voorzijde van de altaren is veelal rijk voorzien van snijwerk, ornamenten of schilderingen met Bijbelse voorstellingen, soms met afbeeldingen van plaatselijke vorsten. Boven de altaren bevindt zich een overkapping (baldakijn), de oudste en tegelijk minst bekende altaardecoratie. En onder de baldakijn op de altaartafel moet de Maaslandse Maria een plaats hebben gehad. In welke kerk precies, dat blijft zelfs aan het einde van de tentoonstelling gissen. Maar intussen heeft de bezoeker van het Catharijneconvent al reizend langs Catalaanse en Noorse altaardecoraties ontdekt hoe in Nederland de kerkelijke kunst uit de hoge middeleeuwen eruit moet hebben gezien.

”North & South, Europese topstukken herenigd” is tot en met 26 januari te zien in Museum Catharijneconvent in Utrecht. >>catharijneconvent.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer