Amendementen toegelicht
De indieners van de amendementen lichten hun amendementen toe.
Ds. T. Huisman (Zeerijp) wijst op het belang van continuïteit in een kernraad in de kerngemeente. Hij stelt voor dat de leden van de kernraad een termijn van vier in plaats van twee jaar hebben.
Ds. J. P. Eijgenraam (Arnhem) vindt het niet nodig dat iemand die de sacramenten bedient, niet altijd een academische opleiding hoeft te hebben.
Ds. J. van Essen (Zetten) ervaart „frictie” rond het punt van de ambtsvisie. Ze heeft ook bedenkingen bij de opleiding voor voorgangers op pioniersplekken. „Ik geloof in mensen met bijzondere gaven, maar ik geloof ook in het belang van een goede opleiding.”
Ds. H. Jansen (Drachten): „Laat er niet de sfeer ontstaan dat de kerngemeenten een kerk binnen de kerk worden en niet gezien worden in de classes. Gelukkig is er nu een voorstel overgenomen om dit positief te formuleren.” Hij vraagt zich nog wel af wat de positie van de classispredikant in het beleidskader is.
Ds. R. J. Wilschut (Hoogvliet) is zich ervan bewust dat de kerngemeenten niet direct aan alle kerkordelijke verplichtingen kunnen voldoen. Volgens ds. Wilschut, die afgevaardigd is namens de classis Zuid-Holland-Zuid, zou het beter zijn als kerngemeenten na een bepaalde tijd een reguliere gemeente zouden worden. „De synode was het hier echter niet mee eens.” Hij vraagt echter ook aandacht voor de positie van kleinere gemeenten, waar ook voorstellen voor zouden kunnen worden gedaan. „Maar blijft er dan sprake van een uitzondering?” Er moeten geen „onzalige elementen” in het beleidskader voorkomen, aldus ds. Wilschut, die meent dat zo’n element wel in het kader is opgenomen.
Hij verwijst naar 1 Korinthe 9 inzake het onbezoldigd werken als predikant. „Dat de Korinthiërs Paulus niet willen onderhouden zegt meer over de Korinthiërs dan over Paulus”, aldus ds. Wilschut. „”Tentmaking ministry” is een uitzondering. Het onderhouden van voorgangers moet het uitgangspunt zijn.”