Vergeestelijking Oude Testament belemmerde voor Joden geloof in de Messias
De vergeestelijking van het Oude Testament is voor Joden een ernstige verhindering geweest om in Jezus als de Messias te geloven, vindt prof. dr. Mart-Jan Paul. „Zij moesten hun Joodse identiteit opgeven en hun visie op de Torah totaal veranderen.”
Hij zei dat woensdag in Nijkerk tijdens een studiedag georganiseerd door de stichting Christenen voor Israël. Onderwerp van de bijeenkomst was het dit jaar verschenen boek van prof. dr. Willem Ouweneel, ”Het Israël van God, ontwerp van een Israëltheologie”.
Naast deze afwijzing door het Joodse volk is er een fundamenteel gebrek aan het goed functioneren van het Oude Testament in veel theologie, aldus prof. Paul, als oudtestamenticus verbonden aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven (België). „Dat deel van de Bijbel wordt wel als Woord van God aanvaard, tegenover Marcion, maar heeft in de praktijk geen eigen zeggenschap. Het is opvallend, ook in de Apostolische Geloofsbelijdenis, dat er geen aandacht is voor de geschiedenis van Genesis tot en met het boek Maleachi. Hierdoor wordt driekwart van de Bijbel overgeslagen en lijkt Gods handelen met Israël niet belangrijk genoeg om beleden te worden.”
Het gevolg is dat het Nieuwe Testament geïsoleerd wordt en een veel grotere waardering krijgt ten opzichte van de geschiedenissen in het Oude Testament, die slechts een voorbereidend karakter dragen. Prof. Paul: „Zo is een traditie op gang gekomen die het etnische en nationale Israël uitsluit van het theologisch lezen van de Schriften.”
Prof. Ouweneel, emeritus hoogleraar filosofie en systematische theologie aan de ETF, maakte onderscheid tussen Jodendom en judaïsme. „Jodendom is de godsdienst van Israël zoals God die Zelf aan Israël heeft geschonken via de aartsvaders en vooral op de berg Sinaï. Judaïsme is wat vele Israëlieten van het Jodendom gemaakt hebben: een menselijke godsdienst van eigen verdiensten. Die heb je overigens onder alle mensen, ook onder christenen.”
Niet afgeschaft
Jezus heeft nooit gestreden tegen het Jodendom, maar tegen het judaïsme, aldus Ouweneel. „Jezus paste volledig in het Jodendom en is nooit een millimeter daarvan afgeweken. Het is een van de meest dwaze dingen die je over Jezus kunt zeggen, dat Hij een nieuwe godsdienst zou hebben gesticht, namelijk het christendom. Jezus heeft nooit de Torah bekritiseerd. Hij heeft de Torah niet afgeschaft, maar vervuld, tot volheid gebracht, de ware diepte ervan blootgelegd. Christus is het einde van een bestel waar mensen afhankelijk zijn van hun eigen gerechtigheid.”
Jodendom is óók een godsdienst van pure genade, aldus Ouweneel. „Het geven van de Torah is al een geweldige blijk van genade. God geeft verder in Zijn genade de kracht om de geboden te onderhouden. En als je de Torah overtreedt, geeft Hij het zondoffer om weer in gemeenschap met Hem te komen.”
De dingen die Jezus deed, léken heel nieuw, maar alleen vanuit het judaïsme, stelt de emeritus hoogleraar. „Je kunt alleen bij de Vader komen door wedergeboorte. Zelfs de grootste paria mag komen via de weg van berouw en bekering. Maar dan is de deur ook open voor heidenen. Wél nieuw in het christelijk geloof is dat Jezus niet alleen rabbi is, maar Zoon van God en Messias van Israël. Ook hoeven de heidenen de ceremoniële wetten van de Torah niet te houden.”
Zacharias en Elisabeth onderhielden alle geboden van de Heere en werden ”rechtvaardigen” (Lukas 1:6) genoemd, een ”tsaddiek”. „Het gaat om het leven als een ware tsaddiek. Als je tsaddiek bent, maak je alle volkeren tot volgelingen van Jezus.”
Voorzichtig
De beide sprekers waren na decennia veel dichter bij elkaar gekomen in hun Israël-visie. Prof. Paul was opgegroeid met de centrale notie van het verbond en had allerlei dogmatische discussies op dit gebied meegemaakt: twee of drie verbonden, de relatie verbond, beloften en verkiezing.
Prof. Paul: „Vanwege mijn concentratie op de exegese viel mij steeds meer op hoe ver deze discussies verwijderd zijn van het Bijbelse spreken over het verbond. Het was voor mij verrassend dat het begrip ”verbond” in de Bijbel nooit een overkoepelende betekenis heeft, zoals in de dogmatiek, maar een bevestiging is van een reeds bestaande relatie. De verbonden zijn een intense vorm van communicatie, bedoeld om de waarachtigheid van de toezeggingen te onderstrepen. Exegetisch is het niet vol te houden dat God alleen via verbonden met mensen omgaat. Dat zou ons in de dogmatiek voorzichtig moeten maken om al te zeer de nadruk te leggen op dit punt. Toch blijven de verbonden met Israël gelden, zodat Paulus in de tegenwoordige tijd spreekt over de verbonden met Israël en de beloften.”