Vangstadvies tong en schol op Noordzee fors omhoog
In de Noordzee zwemt dit jaar onverwacht veel jonge tong en schol. Biologen adviseren daarom de vangstquota voor deze twee platvissoorten in 2020 fors te verhogen, respectievelijk met 40 en 17 procent in vergelijking met 2019.
Dat is vrijdag bekendgemaakt door onderzoeksinstituut Wageningen Marine Research, namens de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES). In juni adviseerde ICES nog om de quota te verlagen: tong met 2 procent en schol met 8 procent. Vissers waren daar boos over, omdat de paaibestanden wel toenamen.
Na de zomer is uit nieuw onderzoek van ICES gebleken dat er nog meer babyvis in zee zwemt dan eerder was geschat. De zogeheten jaarklassen behoren tot de top vijf sinds het begin van de metingen in 1957.
Door de geboorte van meer jonge vis, zullen de bestanden volwassen vis volgend jaar ook hoger uitpakken. Daarom kunnen de vangstquota omhoog, vinden de biologen.
Het nieuwe advies voor Noordzeetong, gebaseerd op een duurzame ontwikkeling van het visbestand, is 17.545 ton. Als het aan de biologen ligt, mogen vissers in de Noordzee en het Skagerak volgend jaar 166.499 ton schol vangen.
Tong en schol zijn voor de Nederlandse kottervloot de belangrijkste vissoorten. De vangstquota worden in december door de Europese visserijministers vastgesteld. De ICES-adviezen spelen bij dat besluit een belangrijke rol.
ICES heeft ook het advies voor kabeljauw bijgesteld. Deze vissoort heeft het moeilijk, maar de aanwas van jonge vis blijkt gunstiger dan eerder werd ingeschat. ICES adviseert nu een vangst van 13.686 ton. Dat is 61 procent minder dan in 2019. In juni adviseerden de biologen nog een verlaging van 70 procent.
VisNed, een van de twee belangenorganisaties van Nederlandse Noordzeevissers, noemt de verhoging van de ICES-adviezen spectaculair. De organisatie dringt er bij de vissers op aan de nieuwe jaarklasse in 2020 „op duurzame wijze” te bevissen. Vissers moeten hun best doen zo min mogelijk ondermaatse tong in hun netten te krijgen.