Het zou in tegenstelling tot eerdere berichten echter niet gaan om een hoge medewerker die directe invloed had op het beleid van de regering–Bush, maar om een analist uit het middenkader. Wel werkte deze persoon, door de krant The Washington Post geïdentificeerd als Larry Franklin, op een afdeling van het ministerie die inlichtingen verzamelde over het Midden–Oosten en direct rapporteerde aan onderminister van Defensie Wolfowitz. De verdachte zou op het punt staan met pensioen te gaan. Volgens The Washington Post is het spionageonderzoek ruim een jaar geleden begonnen.

De ’spion’ zou voornamelijk toegang hebben gehad tot informatie over Iran en deze gegevens aan Israël hebben doorgespeeld. De pro–Israëlische lobbygroep Aipac (American–Israel Public Affairs Committee) zou als tussenpersoon hebben opgetreden. Woordvoerders van deze groep hebben de beschuldiging tegengesproken. Ook een medewerker van de Israëlische ambassade in de VS noemde de aantijgingen „onjuist en ongehoord”.

The New York Times meldde op internet dat de verdachte voor Douglas Feith, die direct onder Wolfowitz staat, heeft gewerkt. Feith zou eerder aan het hoofd van een speciale eenheid hebben gestaan die heeft geprobeerd bewijsmateriaal te verzamelen dat het terreurnetwerk al–Qaeda banden met het bewind van de voormalige Iraakse dictator Saddam Hussein had. Deze bewering is altijd zeer omstreden geweest en er zijn tot op de dag van vandaag geen bewijzen voor geleverd.

In 1987 werd Jonathan Pollard, die analist was bij de Amerikaane marine, in de VS tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld wegens spionage voor Israël. De Amerikaanse jood had een jaar lang geheime gegevens over militaire bewegingen in het Midden–Oosten doorgespeeld.

Volgens Yuval Steinitz, de voorzitter van de commissie voor Defensie en Buitenlandse Zaken van het Israëlische parlement, heeft Israël na de arrestatie van Pollard besloten geen spionage tegen de VS meer te bedrijven. Daarom vertrouwt hij erop dat de nieuwe verdachtmakingen vals zullen blijken te zijn.