De Amerikaanse zege kwam volgens de president zo snel, dat het Iraakse leger zich niet overgaf maar desintegreerde en verdween in de steden. Goedbewapend organiseerde men vandaaruit de opstand die de Amerikanen verraste. Bush wilde tegenover de krant niet ingaan op wat er verder nog is misgelopen in Irak. Hij herhaalde de formulering van zijn vader, die indertijd benadrukte dat hij niet „op de bank” (van de psychiater, red.) wenst te liggen om zijn beslissingen nader te overwegen. „Dat is een taak voor historici”, aldus Bush.

Volgens Bush’ woordvoerder Scott McClellan waren de omstandigheden in Irak anders dan men verwachtte, maar de strategie van de VS was volgens hem „flexibel genoeg” om die aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Dat gebeurde volgens hem ook in Najaf, waar de Amerikanen in de afgelopen weken zware bombardementen uitvoerden om de aanhangers van Moqtada al-Sadr uit hun stellingen te verdrijven.

President Bush zei verder tegenover de New York Times dat hij niet geloofde dat senator John Kerry heeft gelogen over zijn Vietnam-verleden. Hij veroordeelde echter niet de campagne van de groep Swift Boat Veterans for Truth, die Kerry van leugens beschuldigt. Bush zei dat hijzelf ook doelwit is van groepen die hem kritiseren. Punt is echter dat de Democraten menen dat de Swift Boat-groep samenwerkt met de Bush-campagne.

De Republikeinen ontkennen dat, maar de Democraten hebben in de afgelopen dagen drie functionarissen geïdentificeerd die zowel voor Bush werkten als voor de Swift Boat-groep. In een interview met The Los Angeles Times zei Bush vrijdag dat de beschuldiging van de Swift Boat-groep tegen John Kerry „mij nou werkelijk niet zo ernstig lijkt.”