„Ramptoestel had terroristen aan boord”
Ten minste een van de twee Russische verkeersvliegtuigen die dinsdagavond vrijwel gelijktijdig neerstortten, had terroristen aan boord. De Toepolev-154, onderweg van Moskou naar de badplaats Sotjsi aan de Zwarte Zee, werd voordat hij verongelukte gekaapt. Dat heeft de luchtverkeersleiding in Zuid-Rusland vrijdag volgens Russische media bekendgemaakt.
Het vliegtuig zond vlak voor de verdwijning van de radarschermen driemaal een noodsignaal uit dat het was gekaapt, aldus een anonieme bron bij de luchtverkeersleiding. Nadat in het vliegtuig sporen waren gevonden van het explosief hexogeen, sprak de inlichtingendienst FSB eerder op de dag al van een „terroristische daad.”
Een islamitische groepering, die zich de Islambouli Brigades noemt, heeft de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist. Ook zegt ze verantwoordelijk te zijn voor het neerstorten van de Toepolev-134, die 150 kilometer ten zuiden van de Russische hoofdstad Moskou neerkwam. De Russische experts hebben tot op heden geen sporen van explosieven gevonden in de Toepolev-134.
De gevonden sporen van hexogeen bevatten hetzelfde materiaal dat werd gebruikt bij een serie aanslagen op appartementen in 1999. Die acties, toegeschreven aan Tsjetsjeense terroristen, kostten aan circa 200 mensen het leven. Hexogeen is een zeer krachtige springstof, die onder meer wordt gebruikt in raketbrandstof.
De autoriteiten hebben nog geen schuldige aangewezen. Het lijkt er echter steeds meer op dat islamitische terroristen achter de aanslagen zitten.
De vermoedens worden nog eens gevoed doordat aan boord van beide vliegtuigen een vrouwelijke Tsjetsjeense passagier was. Het is de onderzoekers volgens Russische media opgevallen dat de vrouwen de enige slachtoffers zijn van wie de nabestaanden zich nog niet hebben gemeld.