Groninger boeren willen schadegeld
Een groot aantal Groningse en Drentse akkerbouwers heeft waarschijnlijk ten onrechte geen schadevergoeding gekregen om de gevolgen van de extreme regenval in 1998 te compenseren. Dat bleek vrijdag tijdens een rechtszaak bij de Raad van State.
Het rechtscollege behandelde in een passend decor van onaflatende regenstromen de bezwaren van een achttal boeren die aardappelen in Den Deel bij Middelstum verbouwen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken weigerde de boeren in Den Deel schadeloos te stellen voor de desastreuze regenval in 1998.
Eind oktober van dat jaar liep als gevolg van zware regenval, een overvol Lauwersmeer en het uitzetten van het gemaal Den Deel een groot deel van het gebied ten oosten van Middelstum onder water. Daarop ging een aantal hectaren aardappeloogst ter waarde van meer dan 2 miljoen euro verloren.
Het kabinet maakte zelfs een speciale wet om mensen die als gevolg van de extreme regen schade hadden geleden te compenseren. Maar Groningse en Drentse boeren die land hebben in zogeheten boezemgebieden kregen geen geld uit de rampenpot. Alleen boeren met land in de laaggelegen polders kwamen in aanmerking voor de zogeheten WTS2-gelden.
Tijdens de rechtszitting van vrijdag bleek dat de minister toch ook boeren in enkele Groningse boezemgebieden heeft gecompenseerd. De raadsvrouw van de minister benadrukte dat het om uitzonderingen ging, die speciaal door de provincie Groningen waren aangevraagd. Maar de Raad van State leek niet erg overtuigd.
Staatsraad F. Zwart concludeerde alvast dat de minister en de provincie blijkbaar de eigen strenge criteria hebben losgelaten. Dat zou betekenen dat de Groningse boeren in de boezemgebieden ongelijk zijn behandeld, en dat is in het bestuursrecht meestal funest.
De komende weken gaat het hoogste bestuursrechtscollege uitzoeken of de acht boeren in Den Deel mogelijk alsnog recht hebben op het rampengeld. Tijdens de zitting wees de raadsman van de boeren er op dat nog veel meer agrariërs in Groningen en Drenthe tekort zijn gedaan. Het gaat volgens raadsman A. Westers om minstens tien andere boezemgebieden in Groningen en Drenthe.
Als de acht aardappeltelers gelijk krijgen, zal de minister waarschijnlijk diep in de buidel moeten tasten, omdat ook de andere boeren, die de rechtszaak nauwlettend volgen, hun rechten zullen opeisen. Bovendien kan de uitspraak, die over enkele weken volgt, gevolgen hebben voor schadezaken in de toekomst.