Bouterse hoeft niet naar Europees Hof
De nabestaanden R. Wijngaarde en R. Hoost van de Decembermoorden hebben besloten af te zien van een procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Eerder kondigden ze aan bij deze Europese gerechtelijke instantie alsnog af te willen dwingen dat justitie in Nederland Desi Bouterse zou moeten vervolgen voor zijn rol bij de Decembermoorden.
Sinds september hebben de advocaten van Wijngaarde en Hoost gekeken welke mogelijkheden er bij het Europese Hof waren. „Na heel lang en intensief onderzoek bleek dat het heel moeilijk zou zijn om alleen al behandeling van de zaak bij het hof voor elkaar te krijgen”, zegt een van de raadslieden, J. Pen. „Het hof in Straatsburg oordeelt over burgerrechten en strafzaken. Onze zaak gaat eigenlijk over geen van beiden.”
De Hoge Raad besliste in september dat de Surinaamse ex-legerleider niet in Nederland strafrechtelijk voor deze moorden mag worden aangepakt. Het hoogste rechtscollege in Nederland vindt dat de Antifolteringswet van 1989 die dit mogelijk moest maken, niet met terugwerkende kracht kan worden benut.
Op 8 december 1982 werden vijftien tegenstanders van het bewind van Bouterse vermoord. De toenmalige machthebber heeft inmiddels toegegeven als leider van het leger verantwoordelijkheid te dragen. Hij ontkent zelf bij de executies aanwezig te zijn geweest. De enige overlevende van de moorden, de inmiddels overleden vakbondsleider F. Derby, sprak dat tegen. Hij heeft verklaard dat Bouterse juist een leidinggevende rol had tijdens de moorden die in Fort Zeelandia werden gepleegd.
Op dit moment doen politie en justitie in Suriname nog steeds onderzoek naar mensen die worden verdacht van betrokkenheid bij de Decembermoorden. Bouterse is een van de verdachten.
De Nederlandse nabestaanden Wijngaarde en Hoost hebben er geen vertrouwen in dat de autoriteiten in Suriname in staat zijn om de oud-legerleider achter de tralies te krijgen. Daarom wilden ze dat Bouterse in Nederland zou worden vervolgd voor zijn rol bij de moorden.
Advocaat Pen denkt dat nu de kans iets groter is geworden dat de berechting van Bouterse en andere verdachten in Suriname toch nog kan worden bereikt, omdat Nederland inmiddels heeft toegezegd te helpen bij het onderzoek. „We kunnen zelf dan ook beter al onze energie stoppen in het kritisch volgen van het onderzoek in Suriname en de druk daar op de ketel houden. Die inspanningen zullen meer opleveren dan een procedure bij het Europese Hof.”