‘Toeleverancier voelt druk grote bedrijven’
De verhouding tussen grote machinemakers en hun toeleveranciers staat onder druk. De tragere economische groei, de almaar stijgende kosten voor onder meer ICT en het grote verschil tussen schaalgrootte en winstmarge zorgt voor oplopende spanningen. Dat concluderen economen van ABN AMRO in een rapport.
De economen wijzen er op dat machinebouwer en toeleverancier de voorbije economisch gunstige jaren meer partners zijn geworden die samen tijd, kennis en geld investeren in nieuwe producten of diensten. Vanwege de minder goede economische vooruitzichten verwacht ABN AMRO dat een kostendiscussie tussen de partijen zal oplaaien.
De laatste vijf jaar was de bezettingsgraad bij toeleveranciers zeer hoog. Machinebouwers konden hierdoor moeilijk wisselen van toeleverancier en ook toeleveranciers konden moeilijk nieuwe klanten aannemen. Dit wordt anders bij lagere omzetten, aldus de bank. Verder liggen winstmarges bij de machinemakers hoger dan bij de leveranciers. Ook omdat risico’s worden uitbesteed in de leveringsketen.
ABN AMRO benadrukt dat de macht in de keten vooral bij de machinebouwers ligt. Dit gaat vaak om bedrijven met honderden miljoenen en soms wel miljarden euro’s omzet. Toeleveranciers zijn veelal mkb’ers met veel minder omzet. Veel van de grote bedrijven willen niet dat toeleveranciers te veel afhankelijk van hen worden. De drempel hier ligt vaak op 25 procent van de omzet. Maar als de leverancier niet evenredig hard meegroeit met de machinebouwer, zal deze op termijn op zoek moeten naar grotere toeleveranciers om een samenwerking mee op te bouwen.
Volgens de economen is het goed als de partijen hun rol opnieuw definiëren. ABN AMRO meent dat afspraken over onder meer betalingen duidelijker moeten.