Dreesmann-collectie op veiling
Veilinghuis Christie’s in Amsterdam verwacht spektakel bij de openbare verkoop van de collectie van dr. Anton C. R. Dreesmann (1923-2000). De verzameling van de kleinzoon van de oprichter van V(&(D telt 1300 werken. Daarvan worden er vierhonderd in Amsterdam geveild en de rest in Londen. De opbrengst wordt geschat op 24 miljoen euro, maar experts noemen die verwachting bescheiden.
De verzameling bestaat uit ondermeer schilderijen van een reeks beroemde kunstenaars, zilverwerk van Nederlandse meesters, bijzondere boeken en antieke meubels. Topstuk is een schilderij van de impressionist/ pointillist Georges Saurat dat volgens Christie’s tussen de 960.000 en 1,4 miljoen euro zal opbrengen.
Dreesmann volgde niet alleen zijn vader Willem op bij V(&(D, maar nam ook een eigenaardige gewoonte van hem over: het op grote schaal verzamelen van kunst en antiek. Zijn verzamelwoede nam dergelijke vormen aan dat hij in Laren volgens de overlevering „een huis om zijn kunstwerken heen” liet bouwen.
„Hij wilde een huis met zoveel mogelijk muren zodat hij zoveel mogelijk werken kon ophangen”, zegt een woordvoerder van het veilinghuis. „Dreesmann wilde wat betreft kunst alles hebben. Het is net als met het concern, dat ook het ene na het andere bedrijf kocht.”
De grootindustrieel ging voor kwaliteit, maar was daarbij bepaald niet kieskeurig. Zijn collectie laat zich lezen als een kleine kunstencyclopedie. Wat betreft schilderijen gaat het van 17e-eeuwse meesters als Hendrick Avercamp en Nicolaes, via een tekening van Van Gogh, het werk van Saurat en een schilderij van Monet naar Frans Marc, Koch, Willink, Picasso en Van Dongen.
Zeer bijzonder noemt Christie’s de collectie zilver met snuifdozen, kandelaars en kaarsenhouders die onder de hamer komt. Topstukken daarvan zijn een zilveren schaal op voet en een zilveren bord met voet van de gebroeders Van Vianen. Deze werken worden geschat op respectievelijk 200.000 tot 300.000 euro en 100.000 tot 150.000 euro.
Dreesmann heeft volgens Christie’s zelf altijd aangegeven dat de verzameling na zijn dood moest worden verkocht. Wederom volgt hij daarmee, zij het postuum, zijn vader. De verzameling van Willem Dreesmann kwam in 1960 onder de hamer en bracht 2 tot 3 miljoen gulden op, voor die tijd een behoorlijk bedrag.
De verkoop veroorzaakte een schandaaltje in de hoofdstad. „De collectie, met veel Amsterdamse kunst, is destijds aangeboden aan de gemeente Amsterdam. Maar die vond het te veel geld”, aldus de zegsman van het veilinghuis. „Vervolgens werden later alsnog enkele werken aangekocht, maar die hadden inmiddels bij elkaar de waarde van de hele verzameling tijdens de veiling.”
De verzameling van Anton Dreesmann is niet in zijn geheel aangeboden en zal door de veiling uiteenvallen. Wat rest is dan een vijftal catalogi waarin de werken staan vermeld.
Hoewel het om de grootste Nederlandse collectie gaat die ooit op een veiling kwam, kiest het veilinghuis voor Londen als plek om de meeste werken te verkopen. „Nederland is voor sommige werken te klein. In Londen is een groter podium en komen meer kopers”, zegt Christie’s. Voor het schilderij van Saurat zullen potentiële kopers dus naar Londen moeten.
De veiling in de Britse hoofdstad is op 9, 10 en 11 april, in Amsterdam op 16 april.