DEN HAAG - Het kabinet is het donderdag eens geworden over een serie maatregelen waardoor het koopkrachtverlies van de zwakste groepen tot gemiddeld iets minder dan een half procent beperkt blijft.plattekst (u15,1,0(Het kabinet trekt in totaal ongeveer 400 miljoen euro uit om de koopkracht van ouderen met alleen AOW of een klein pensioen en minima met kinderen te repareren. Het grootste deel van dat bedrag komt beschikbaar door de pc-privé-regeling af te schaffen en door het dubbel spaarloon voor partners die beide een baan hebben te schrappen.

Het kabinet gebruikt dat geld om de AOW-uitkering volgend jaar met 60 euro te verhogen. Verder worden enkele fiscale regelingen voor ouderen en gezinnen met kinderen verruimd. Daarnaast krijgt het ministerie van Volksgezondheid 25 miljoen euro extra. Dat bedrag is bestemd voor de regeling voor ziekenvervoer en voor de vergoeding van medicijnen. Ook gaat er 25 miljoen extra naar de bijzondere bijstand. Het kabinet versoepelt tegelijkertijd de VUT en prepensioenplannen. De VUT-grens komt niet meer bij 60, maar bij 57 jaar te liggen.

CDA, D66 en oppositiepartij PvdA zijn blij dat het kabinet erin is geslaagd het koopkrachtverlies van de minima te beperken. GroenLinks vindt de voorstellen echter te mager.

De grote vakbonden hoonden de kabinetsplannen meteen weg. CNV-voorzitter Terpstra sprak gisteren van een schaamlap, waarmee het kabinet zijn sociale gezicht probeert te redden. De vakcentrale FNV wijst erop dat het kabinet het koopkrachtverlies zelf heeft veroorzaakt. „Nu wordt er wat geregeld voor een paar groepen en zelfs daarvoor wordt het verlies niet helemaal gerepareerd.”

De Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) juicht het toe dat het kabinet heeft gekozen voor „reparatie van koopkrachtverlies van de minst bedeelden in onze samenleving”, aldus RMU-coördinator Baggerman. Hij vraagt zich wel af of de regering er juist aan doet om hiervoor de pc-privé-regeling af te schaffen. „Juist mensen aan de onderkant van de samenleving zijn gedwongen hiervan gebruik te maken en kunnen daardoor noodzakelijke scholing verkrijgen.”