Brutale aanvallen op Braziliaanse daklozen
De moord op zes daklozen in de grootste stad van Brazilië laat veel Brazilianen niet koud. De burgemeester van Sao Paulo heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd vanwege de dood van zes mensen in vijf dagen tijd.
Tien mensen die de nacht doorbrachten in de buurt van de kathedraal van Sao Paulo werden vorige week donderdagochtend brutaal aangevallen. Vijf van hen stierven aan de gevolgen van slagen die werden aangebracht met een bot voorwerp. In de nacht van zaterdag op zondag werden in dezelfde buurt nog vijf andere daklozen aangevallen, waarbij er één om het leven kwam. De politie zoekt de mogelijke daders bij drugsbendes en in extreem rechtse kringen. Het parlement heeft een onderzoek ingesteld naar de moorden.
Onder de naar schatting 11.000 daklozen in de stad heerst behoorlijk wat ongerustheid. „Het aantal daklozen dat bij de daklozencentra aanklopt, is met een kwart gestegen”, zegt Hedwige Knist, de coördinator van Pastoral do Povo da Rua, een rooms-katholieke groep die opvang biedt.
Sao Paulo, de op een na grootste stad in de wereld, heeft 36 opvangtehuizen met in totaal 6000 bedden, maar dat is minder dan het aantal mensen zonder dak boven hun hoofd. Volgens de daklozenorganisatie van Knist stijgt het aantal daklozen de laatste jaren snel. In oktober 2000 telde de stad er 8700, maar door de verpaupering was hun aantal vorig jaar oktober al gestegen tot 10.400. „Het is wel zo dat veel mensen liever niet in de opvangtehuizen slapen, om niet in aanraking te komen met de avondklok, de vaste uren, het alcoholverbod en andere regels”, zegt Knist.
Veel van de daklozen in het Sao Paulo zijn afkomstig uit het verarmde noordoosten van het land, de belangrijkste bron van interne migratie in Brazilië. Er zijn aanwijzingen dat de daders een sociale zuiveringsactie wilden uitvoeren. „Het is duidelijk dat de moorden het werk zijn van een georganiseerde bende”, zegt Pedro Montenegro, de ombudsman van het Nationaal Secretariaat voor de Mensenrechten, dat meewerkt aan het onderzoek.
Het is niet de eerste keer dat Braziliaanse daklozen het slachtoffer worden van brutaal geweld. Het ergste voorval was misschien wel de moord in 1993 op acht straatkinderen bij de kathedraal van Candelaria in Rio de Janeiro. De zaak kreeg veel aandacht omdat de daders agenten waren. Ook de moord op de indianenleider Galdino Jesus dos Santos in Brasilia in 1997 haalde de voorpagina’s. Een groep jongemannen goot een bus benzine uit over de man, die wegens omstandigheden de nacht doorbracht in een bushok, en stak hem in brand. Minder spectaculaire moorden halen zelden het nieuws. De slachting van vorige week in Sao Paulo lokt wel veel reactie uit. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat er lokale verkiezingen op komst zijn.
In de zuidelijke havenstad Porto Alegre bestaat de vrees dat de aanvallen extreem rechtse groepen zullen ’inspireren’ tot geweld tegen daklozen. „We hebben hier niet de georganiseerde groepen zoals in Sao Paulo”, zegt Clarina Glock, een journaliste die de redactie van de daklozenkrant ”Boca de rua” coördineert. „Maar er zijn groepen skinheads die wel eens overmoedig zouden kunnen worden als de daders niet gepakt worden.”