Proefproces verzekeringsfraude sneuvelt direct
Het eerste proefproces over verzekeringsfraude is al gesneuveld in de voorfase. De rechtbank in Dordrecht oordeelde dinsdag aan het begin van de zitting dat de manier van onderzoek - dat in deze zaak niet door de politie is gedaan maar door de benadeelde verzekeringsmaatschappij - niet door de beugel kan.
Het Openbaar Ministerie wilde met de resultaten meerdere verdachten gaan vervolgen, maar dat mag niet omdat verzekeringsfunctionarissen geen wettelijke bevoegheid hebben om opsporingsonderzoek te doen, stelde de rechtbank vast. Bemoeienis of regie van het OM bij het onderzoek is niet voldoende.
De rechtbank volgde daarmee een verzoek van de advocaat van de verdachte om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. Dat betekent dat de rechtbank dus niet inhoudelijk naar de kwestie heeft gekeken. In deze zaak draaide het om een man uit Den Haag die whiplash-klachten zou hebben voorgewend om bijna een ton aan verzekeringsgeld te kunnen opstrijken. Hij zou daartoe nota’s en facturen hebben vervalst. Een andere zaak betrof een aanrijding die mogelijk in scène is gezet.
Het OM was er met dit proefproces juist op uit om een oordeel te krijgen over de andere werkwijze, waarbij de politie minder of zelfs geen rol meer zou hebben in het onderzoek. Het OM, de politie en de koepel van (zorg-)verzekeraars hadden hierover in 2017 afspraken gemaakt.
Het zit de verzekeraars dwars dat ze jaarlijks voor ruim 100 miljoen euro benadeeld worden door fraude en dat er - door te weinig politiecapaciteit - nauwelijks iemand voor de strafrechter komt. Hooguit worden via het burgerrecht sancties opgelegd aan de betrokkene. Door de schade betalen consumenten een hogere premie.
De aanklagers denken nog na over een hoger beroep tegen het besluit over de niet-ontvankelijkheid of over andere oplossingen om fraude te vervolgen.