Dat blijkt uit een representatieve enquête in opdracht van het protestantse magazine Chrismon. Nog maar 30 procent van de Duitsers staat de traditionele christelijke voorstelling, volgens welke het lichaam sterft en de ziel verder leeft, voor. Verrassend genoeg zijn jongeren tot 29 jaar hier in de meerderheid, 38 procent, tegenover 28 procent van de ouderen. Zes procent van de ondervraagden is van mening dat men na de dood als een ander mens op de wereld komt. Vooral 14- tot 29-jarigen hangen de reïncarnatiegedachte aan (12 procent, tegenover 1 procent van de 50- tot 59-jarigen). Vijf procent van de Duitsers gelooft dat lichaam en ziel in het hiernamaals opnieuw worden geschapen, 4 procent heeft geen mening.

Omdat tweederde van de Duitse bevolking tot een kerk behoort, laat de uitkomst zien dat een groot deel van de kerkleden zich niet in de belijdenis van de opstanding uit de doden kan vinden.

Volgens een enquête, gehouden door de Nürnberger Maatschappij voor Consumentenonderzoek (GfK) onder 2630 Duitse burgers tussen de 16 en 69 jaar, stellen steeds meer Duitsers hun vertrouwen meer op God dan op de mensheid. Hun aandeel steeg van 19,7 naar 31 procent. Tegelijk groeide het aantal mensen met een materialistische gezindheid. In 1999 verklaarde nog 23,6 procent het belangrijk te vinden om veel geld te verdienen en dat ook aan de buitenwereld te laten zien. Eind vorig jaar was dat 28,7 procent.

De resultaten laten zien dat de waarden die Duitsers van belang vinden, uiteengaan, aldus de GfK. Mensen in het oostelijke deel van het land houden in meerderheid aan het traditionele vast. In het westen is men meer veranderingsgezind en voelen mensen zich door nieuwe uitvindingen aangetrokken.

Uit andere onderzoeken blijkt eveneens een verandering van waarden. Zo ontdekte het Instituut voor bevolkingsonderzoek in Allensbach, aan het Bodenmeer, dat veel Duitsers aan het zoeken naar geluk de absolute voorkeur geven. Van de West-Duitsers vindt 68 procent het belangrijkste in het leven om gelukkig te zijn en veel vrienden te hebben. Onder de Oost-Duitsers bedraagt dat percentage 65 procent. Genieten van het leven wil 55 procent van de ondervraagden in de oude deelstaten en 52 procent in de nieuwe. Er zijn voor anderen, acht 19 procent van de West- en 26 procent van de Oost-Duitsers waardevol.

Uit de Generatiestudie 2001 van de Hanns Seidel-stichting in München komt naar voren dat jongeren een stuk minder dan ouderen bereid zijn verantwoordelijkheid voor staat en maatschappij op zich te nemen. De opkomende generatie wijst militaire en sociale dienstplicht af. Verder is zij er niet van overtuigd dat de kerk een wezenlijke bijdrage aan het waardebewustzijn kan leveren.