Werk grote vier accountants laat te wensen over
Het werk van de grote vier accountants laat nog steeds te wensen over.
Dat is de conclusie van de Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB), het Amerikaanse controle-instituut voor de accountantssector dat in het leven werd geroepen na de recente reeks bedrijfsschandalen.
Het faillissement van Enron werd twee jaar geleden ook accountant Arthur Andersen fataal, nadat bleek dat dit bedrijf opdracht had gegeven om Enron-documenten te vernietigen terwijl justitie en de Securities and Exchange Commission (SEC, Amerika’s beurswaakhond) al met hun onderzoek waren begonnen.
Andersen bleek niet het enige probleemkind. Op grond van de Sarbanes-Oxley-wet werd de PCAOB in het leven geroepen. Dit instituut kwam gisteren met zijn eerste rapport, waaruit blijkt dat de grote vier (Deloitte & Touche, Ernst & Young, KPMG en PricewaterhouseCoopers) blijkbaar nog steeds ernstige fouten maken. Zulke ernstige fouten dat verschillende bedrijven na de controle van de PCAOB hun bedrijfscijfers moesten corrigeren.