Eerste Kamer schept een wereldprimeur
Geheel volgens de verwachting heeft de Eerste Kamer gisteravond na een tweedaags debat ingestemd met het wetsvoorstel over euthanasie en hulp bij zelfdoding. De Senaat heeft ons land daarmee een wereldprimeur bezorgd: nergens anders ter wereld is euthanasie onder voorwaarden gelegaliseerd.
De nieuwe wet zal waarschijnlijk dit najaar, en uiterlijk op 1 januari 2002, van kracht worden. De fracties van PvdA, VVD, D66 en GroenLinks stemden unaniem voor (46 zetels). Tegen waren het CDA, ChristenUnie, SGP en de SP (28). Het onafhankelijke senaatslid Bierman ging tijdens de stemmingen even op de gang staan. Dat duizenden christenen tijdens het debat een stille tocht over het Binnenhof hielden, drong niet tot in het gebouw van de Eerste Kamer door. Volgelingen van pater Koopmans en sympathisanten van Schreeuw om Leven waren bij de ingang van de Eerste Kamer tot op het laatste moment in gebed, hopend op een wonder.
Tevreden
De ministers Korthals van Justitie en Borst van Volksgezondheid toonden zich na afloop van het debat tevreden. Ze vonden het een goed debat, ”overeenkomstig het belang van het onderwerp”, zei Korthals. Borst noemde het indirecte verband dat Schuurman van de ChristenUnie legde tussen de gevolgen van de wetgeving en de praktijken in nazi-Duitsland ”de enige dis sonant.”
De bewindslieden willen op korte termijn ook in het buitenland helder maken wat de wetgeving behelst, onder meer via de ambassadeurs. Daarover bestaat nog veel onduidelijkheid, ”hoewel sommige tegenstanders dat misverstand soms niet willen opheffen”, merkte Korthals na afloop op. Zo wordt vaak gesuggereerd dat euthanasie in Nederland nu legaal is en de praktijk van alledag wordt. ”Euthanasie zal nooit normaal medisch handelen worden. Het blijft een uitzonderlijke noodsituatie”, zei Korthals.
Volgens de nieuwe wet mogen artsen voldoen aan een weloverwogen verzoek tot levensbeëindiging van patiënten die ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Voorwaarde is dat zij zich houden aan enkele zorgvuldigheidseisen en gevallen altijd melden bij een regionale toetsingscommissie. Die beoordeelt de zaken en schakelt alleen bij twijfel nog het openbaar ministerie in.
De ministers pasten het wetsvoorstel in de Senaat op geen enkel punt aan. Bedenkingen bestonden vooral over de positie van gewetensbezwaarde artsen en verpleegkundigen. Maar volgens minister Borst bestaan in de zorgsector al voldoende garanties dat zij nooit iets hoeven te doen waar zij uit principe niet achter staan. Voor een wettelijk verschoningsrecht voelde zij dan ook helemaal niets.
Wel vindt Borst een landelijk protocol nodig waarin staat hoe de beroepsgroepen om moeten gaan met euthanasie. Daarin kunnen ook afspraken over gewetensbezwaren worden vastgelegd. Borst weersprak verder de vrees van CDA en GroenLinks dat de druk op artsen om sneller de spuit te pakken onder de nieuwe wet stijgt. ”Artsen zullen zich blijven verzetten als er geen goede redenen zijn om euthanasie toe te passen”, zei Borst. ”Bovendien worden zij in de dagelijkse praktijk genoeg getraind om hun rug recht te houden.”
Overbodig
Volgens de minister is het ook niet zo dat een patiënt die palliatieve zorg weigert, automatisch op euthanasie kan rekenen. ”Dan wordt het te veel: U vraagt, wij draaien.” De patiënt kiest dan in feite zelf voor voortzetting van zijn lijden. Als palliatieve zorg echter geen reële verbetering in de positie van de patiënt brengt, mag de arts wel tot euthanasie overgaan.
Een motie van de ChristenUnie om meer artsen te scholen in het verlenen van palliatieve zorg, noemde Borst ”overbodig.” Alleen de tegenstanders van de wet en senator Bierman steunden de motie uiteindelijk.