Sportvissers in VS halen te veel uit zee
Miljoenen sportvissers in de Verenigde Staten slaan veel meer bedreigde zoutwatervis aan de haak dan tot nog toe werd geschat.
Dat zeggen onderzoekers in een artikel dat vrijdag in het tijdschrift Science is gepubliceerd. Ze dringen aan op verbeterde regelgeving voor sportvisserij.
Amateur-vissers staan in voor 5 procent van de gevangen vis van de afgelopen twintig jaar. Van de kwetsbare soorten vingen ze echter 23 procent. De wetenschappers dringen er bij de Amerikaanse regering op aan om de afname van de overbeviste soorten aan te pakken.
De vangst van bedreigde vissoorten verschilt sterk van regio tot regio. In het koude noordoosten is het aandeel van de sportvissers 12 procent, in de Golf van Mexico 64 procent. De Amerikaanse bond van sportvissers liet weten iedere bijkomende regelgeving te zullen aanvechten. Het onderzoek is volgens de bond gebaseerd op foute gegevens.
Sportvissers waren verantwoordelijk voor 93 procent van de vangst van rode ombervis in de zuidelijke Atlantische Oceaan, voor 87 procent van de bocaccio-baars langs de kust van de Stille Oceaan en 59 procent van de red snapper in de Golf van Mexico. Gevangen en teruggegooide vissen werden niet meegeteld, al tast die praktijk de gezondheid van de overgebleven vissen aan. Sommige soorten leven op grote diepte en gaan vaak dood aan stress als ze naar de oppervlakte worden gehaald.
„Je moet geen raketgeleerde zijn om te snappen dat een miljoen boten die alleen al in Florida zijn geregistreerd een aanzienlijke impact hebben. De sportvissers moeten mee aan tafel komen zitten en regelgeving aanvaarden die voor alle anderen ook geldt”, aldus Bob Jones, hoofd van de Southeastern Fisheries Alliance.