Baptisten in Oost-Oekraïne mogen niet langer vrij samenkomen
De autoriteiten van de Oekraïense Volksrepubliek Loegansk hebben de rechten van christenen verder ingeperkt.
Pro-Russische rebellen bezetten in het voorjaar van 2014 delen van de Oekraïense regio Loegansk. Sindsdien geldt in de (niet erkende) Volksrepubliek Loegansk het oorlogsrecht. Mensen mogen niet meer zomaar bijeenkomen. De leiders van de rebellenrepubliek vinden het onacceptabel dat gelovigen zonder registratie samenkomen en zijn erg streng als het gaat om „illegale samenkomsten”. De politie heeft alle vrijheid om deze samenkomsten te verstoren. Diverse moskeeën, kerken en gebouwen van Jehova’s Getuigen zijn al gesloten en onteigend.
In een nieuwe wet, die in oktober vorig jaar inging, staat dat alle kerken en religieuze organisaties zich opnieuw moesten registreren. Protestantse gemeenschappen werden echter bij voorbaat uitgesloten van registratie. Veel kerken moesten daardoor hun samenkomsten schrappen; gemeenteleden komen nu samen in huizen, met maximaal vier mensen tegelijk. Alleen Russisch-orthodoxen mogen in alle vrijheid samenkomen. Samenkomsten van Oekraïens-orthodoxen, rooms-katholieken, joden en moslims worden gedoogd.
Taakstraffen
Inmiddels mogen protestantse christenen (vooral baptisten) in Loegansk helemaal niet meer samenkomen, meldt de Noorse mensenrechtenorganisatie Forum 18. Samenkomsten in alle protestantse kerken en in gebouwen van Jehova’s Getuigen zijn niet meer toegestaan. Pastor Igor Bandoera van de Oekraïense Baptistenunie zegt dat kerken leegstaan en niet mogen worden gebruikt. Rechtbanken delen boetes en taakstraffen uit aan mensen die toch doorgaan met het organiseren van diensten.
Een van hen was de baptistenpastor Pjotr Nagorni uit Slavjanoserbsk. Hij kreeg een boete opgelegd van 5000 roebel (80 euro) omdat hij een zieke kerkganger had bezocht. In hoger beroep werd die boete kwijtgescholden.
Twee andere voorgangers, Vladimir Devjanin uit Kirovsk en Pjotr Tatarenko uit Krasnodon, kregen elk een boete van 7000 roebel (100 euro), een maandloon in oost-Oekraïne. Zij werden beticht van het houden van „illegale” religieuze evenementen.
Oneerlijk
Vladimir Ritikov, een van de vervolgde baptisten in het stadje Krasnodon kreeg deze zomer een taakstraf van twintig uur opgelegd. De politie viel zijn kerk op 21 april binnen. Ritikov hield volgens de rechter illegale religieuze activiteiten omdat de kerk waar Ritikov voorganger is, niet officieel was geregistreerd.
Begin deze maand ging Ritikov in hoger beroep. Veel gemeenteleden gingen met Ritikov mee naar de rechter om steun te betuigen en te bidden. Ritikov mocht in de rechtszaal een gebed doen. Hij bad: „Er zijn tijden in de geschiedenis van de wereld geweest waarin mensen oneerlijk werden behandeld. Een van de ten onrechte ter dood veroordeelden was onze Heiland Jezus Christus, maar Hij werd op de derde dag opgewekt. Vandaag worden wij ten onrechte voor het gerecht gedaagd.” Vervolgens riep hij op tot bekering.
Deze week werd bekend dat de straf niet zal veranderen. Ritikov is het niet eens met de uitspraak, omdat zijn kerk al sinds 1961 wekelijks samenkomt. Zijn kerk vormt geen gevaar, stelt hij.
Het registreren van kerken wordt door de autoriteiten in Loegansk erg moeilijk gemaakt. Maar veel baptisten zien registratie sowieso niet zitten. Zoals veel baptisten in de voormalige Sovjet-Unie zien de gelovigen in Krasnodon registratie als een gevaar omdat het de overheid de mogelijkheid biedt om controle te krijgen over de kerk. Ritikov vindt dat ook: „Registratie maakt van gelovigen verraders. Het betekent overgave aan de autoriteiten die hierdoor het recht krijgen om kerkelijke kwesties op te lossen. En dat is in tegenspraak is met de Bijbel. Wij beschouwen een dergelijke registratie als zonde.”
Dicht
Ook de gemeenten van de Oekraïense Pinksterunie kunnen niet meer samenkomen. „Ze hebben geen registratie en hun kerken zijn dicht. Ze zijn nog wel eigenaar van de gebouwen, maar hebben niet de vrijheid om er samenkomsten te houden”, meldt een woordvoerder van de unie tegen Forum 18.