Cuba verbreekt banden met Panama
Cuba heeft donderdag de diplomatieke betrekkingen met Panama verbroken nadat de Panamese president vier Cubaanse ballingen gratie had verleend. Dat heeft de Cubaanse regering in een e-mail aan buitenlandse journalisten gemeld. De vier zouden volgens Cuba een moordaanslag op president Fidel Castro beraamd hebben.
De Panamese president Mirya Moscoso verleende de vier mannen enkele dagen voor het einde van haar ambtstermijn gratie, ook al had Havana eerder deze week al gedreigd met het verbreken van de betrekkingen. Moscoso zei te willen voorkomen dat een opvolger van haar de vier uitwijst als ze hun straf uitgezeten hebben.
De Cubaanse dissidenten zouden Castro in 2000 hebben willen vermoorden op een topontmoeting in Panama. Toen een Panamese rechtbank de vier tot gevangenisstraffen van zeven tot acht jaar veroordeelde wegens het in gevaar brengen van de openbare veiligheid, klaagde Cuba dat die straffen veel te mild waren.
Een van de vier, de 76-jarige voormalige CIA-agent Luis Posada Carriles, wordt in zowel Cuba als Venezuela gezocht. Hij zou geholpen hebben bij het opblazen van een Cubaans passagiersvliegtuig in 1976, waarbij 73 doden vielen, en bij bomaanslagen op hotels in Cuba in 1997. Posada ontkent elke betrokkenheid bij de aanslag op het vliegtuig, maar gaf ooit toe dat hij achter de bomaanslagen zat, waarbij een Italiaanse toerist om het leven kwam.
Cuba reageerde furieus op de gratieverlening. „De president van Panama, medeplichtige en beschermster van terrorisme, zal de historische verantwoordelijkheid dragen van deze weerzinwekkende en verraderlijke actie en zal eveneens de schuld dragen van nieuwe misdaden die deze moordenaars in de toekomst kunnen plegen”, aldus de verklaring van het communistische regime. De gratie is volgens Cuba in strijd met de Panamese wet en internationale verdragen tegen terrorisme die door Panama zijn ondertekend.