Cicero (”tijdschrift voor politieke cultuur”) wijst op „voorzichtige schattingen” van de Amerikaanse commissie voor internationale godsdienstvrijheid: Ieder jaar worden bijna 170.000 christenen vanwege hun geloof vervolgd, opgepakt en gedood. Christenvervolging komt evenzeer voor in een communistisch land als Noord-Korea als in een islamitisch land als Saudi-Arabië.

De mate van de vervolging loopt in de verschillende landen zeer uiteen, bericht het artikel in het maandblad, dat genoemd is naar de klassieke wijsgeer Cicero. „In vele landen worden christenen door de regering achtergesteld, terwijl zij in andere landen daadwerkelijk worden vervolgd alsof het extremisten en rebellen zouden zijn.” Zo staat het Zuid-Amerikaanse Colombia zijn burgers weliswaar godsdienstvrijheid toe, maar aanhangers van guerrillagroepen hebben in de afgelopen jaren desondanks honderden geestelijken gedood.

Vooral de antichristelijke houding uit de islamitische wereld verontrust de wetenschappers en de godsdienstige instituties. De Amerikaanse theoloog Paul Marshall schrijft in een tijdschrift van het Joods Wereld Congres dat extremistische vormen van de islam overal aan macht winnen, vaak met Saudische of Iraanse hulp. „Dat extremisme verbreidt zich over Oost- en West-Afrika, alsmede over Zuid-, Zuidoost- en Centraal-Azië.”

Volgens Cicero wordt bijvoorbeeld het conflict in Sudan ten diepste veroorzaakt door de poging om van het land een islamitische staat te maken. De situatie van christenen in Noord-Korea, Saudi-Arabië en Laos is het ergst, aldus Cicero.