Echte opruiming
Psalm 117:1
„Looft de Heere, alle heidenen; prijst Hem, alle naties!”
Dat een menselijk hart de gedachte van één kudde durfde te koesteren, en te geloven en als absolute zekerheid durfde te voorspellen dat die gedachte eenmaal werkelijkheid zou worden, mag met recht een wonder worden genoemd. Het liet zich immers gemakkelijk indenken hoe de duivel er zich met hand en tand tegen zou verzetten en met alle macht en wijsheid van deze wereld het zou trachten te verhinderen, zodat het wel iets totaal onmogelijke moest lijken. Toch durfde de psalmist deze gedachte uitspreken, terwijl ze nadien in vervulling is gegaan.
Zo zien we dus dat het Woord van God een almachtige kracht van God moet zijn. Het heeft immers de afgoderij, het sektarisme en allerlei dwalingen zo grondig opgeruimd dat er geen haar van overgebleven is. Ondanks het feit dat keizers, vorsten, wijsgeren, heiligen en alle duivels, ja, de gehele wereld, er ongemeen heftig en halsstarrig tegen tekeer zijn gegaan. Nog nimmer heeft de wereld zich tot dusver opgemaakt om tegen afgoderij te strijden. Allerlei dwalingen kan ze verdragen, maar wanneer Gods Woord komt, wordt ze als razend en bezeten en wil ze het niet dulden. Toch heeft ze het moeten dulden en het onderspit moeten delven.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Uitleg van Psalm 117”, 1518)